Soms komen partijen er onderling niet uit. Denk bijvoorbeeld aan ouders die ruziën over de kinderalimentatie, contractbreuk bij bedrijven, een burenruzie. In dit soort gevallen kan iedereen naar de rechter. Hij onderzoekt de feiten, past de wettelijke regels daarop toe en neemt een beslissing.
Het Netherlands Commercial Court (NCC) is, als onderdeel van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam, op 1 januari 2019 van start gegaan. De eerste zaken zijn snel daarna behandeld.
Met het NCC biedt de Rechtspraak internationaal actieve bedrijven een deskundig forum dat internationale handelsgeschillen binnen een redelijke termijn en tegen redelijke kosten kan oplossen. De procedures zijn volledig toegesneden op een zo efficiënt mogelijke behandeling van complexe zaken. Zaken worden standaard in het Engels behandeld.
Voor Nederlandse bedrijven is het NCC een uitkomst: zij krijgen vaker te maken met internationale handelsgeschillen met Engelstalige partijen.
Soms moet er meer gebeuren dan een juridische knoop doorhakken om een probleem op te lossen.
Conflictdiagnose en regievoering door de rechter kan worden ingezet voor geschil- en conflictoplossing op maat. Bijvoorbeeld in de vorm van mediation naast rechtspraak. In civiele en bestuursrechtelijke zaken bestaat dit al langere tijd, maar inmiddels is ook mediation in strafzaken een reguliere voorziening.
Bij elk gerecht is een mediationbureau ingericht, bemenst door mediationfunctionarissen die rechtsgebied overstijgend, laagdrempelig en in klare taal dagelijks benaderbaar zijn.
Naast de meer klassieke rol van de rechter in het beslechten van geschillen, proberen we zijn werk zo betekenisvol mogelijk te laten zijn voor de rechtzoekende en de samenleving. Dit noemen we maatschappelijke effectieve rechtspraak.
De Rechtspraak richt zich hierbij met name op schuldenproblematiek, multiproblematiek, complexe echtscheidingen, toezicht op bewind en toegang tot de rechter.
Zo is in 2019 is het visiedocument schuldenproblematiek en rechtspraak gepubliceerd, waarmee we de ambitie uitspraken te helpen bij de schuldenproblematiek in Nederland. Bijvoorbeeld door bestaande procedures eenvoudiger en beter toegankelijk te maken en door de introductie van een schuldenrechter.
In 2019 is door de rechtbanken Oost-Brabant en Den Haag hard gewerkt aan een nieuwe procedure waarbij scheidende echtgenoten in 2020 gezamenlijk toegang krijgen tot de familierechter, om zo escalatie te voorkomen.
Voorbeelden van initiatieven om de toegang tot de rechter te vergroten, waren in 2019 bij de Rotterdamse regelrechter, de Haagse wijkrechter en de Overijsselse overlegrechter. Deze projecten zorgen voor snelle, goedkope, informele en oplossingsgerichte procedures. Gericht op problemen die juridisch niet complex zijn, maar wel veel invloed hebben op het leven van mensen.
De kwestie
In het Groningenveld veroorzaakt gaswinning aardbevingen. Woningbezitters en huurders vinden dat zij hierdoor materiële schade lijden en dat hun woongenot erdoor wordt aangetast. Daarom vinden ze dat zij recht hebben op een schadevergoeding en op smartengeld. De NAM vindt van niet.
In het gebied waarin de 127 mensen wonen die menen recht te hebben op een schadevergoeding en smartengeld, komen geregeld aardbevingen voor. Het leven in een aardbevingsgebied levert spanningen en onzekerheden op. Er is ‘gedoe’ rond de schade aan hun woning en angst voor een calamiteit als gevolg van een volgende aardbeving. 26 mensen hebben daarnaast geestelijk letsel opgelopen. De woningen van de meeste bewoners zijn 2 of meer keer beschadigd. In veel gevallen zijn deze schades aangemeld bij de NAM en afgewikkeld op basis van het Schadeprotocol. Bij het overgrote deel van de mensen is er A-schade (door bevingen veroorzaakt) of B-schade (verergerd door bevingen). Door deze malaise hebben zij recht op smartengeld én op vergoeding van vermogensschade vanwege gemist woongenot.
De NAM en de bewoners zijn het erover eens dat de NAM aansprakelijk is voor schade die is aangericht door aardbevingen. De NAM stelt niet dat bij bewoners ten onrechte A- en B-schades zijn vastgesteld, maar wél dat niemand van de mensen die smartengeld én vergoeding van vermogensschade eist, recht heeft op vergoeding van vermogensschade wegens gemist woongenot. Het is onwaarschijnlijk dat aardbevingen met een kracht van minder dan 2,3 op de schaal van Richter schade aan gebouwen veroorzaken. Uit onderzoek van de TU Delft naar de oorzaken van bouwkundige schades in Groningen, blijkt dat veelal zogenaamde gebouwgebonden oorzaken en ongelijkmatige zettingen de belangrijkste oorzaak vormen van de schade. Slechts bij een beperkt aantal afzonderlijke schades is vastgesteld dat deze uitsluitend door aardbevingen kunnen zijn veroorzaakt.
Eigenaren of huurders van een woning waaraan minimaal 1 keer fysieke schade is vastgesteld, hebben recht op vergoeding van schade wegens gemist woongenot. Als minimaal 2 keer fysieke schade aan de woning is vastgesteld, bestaat daarnaast recht op smartengeld. Dat smartengeld bedraagt minimaal 2.500 euro per persoon. In deze zaak betekent dit dat 65 mensen recht hebben op vergoeding van schade wegens gemist woongenot en/of smartengeld. De precieze hoogte van de schadevergoeding waarop zij recht hebben, wordt in een aparte procedure vastgesteld. Bij 49 mensen is geen of 1 keer fysieke schade aan de woning vastgesteld. Voor hen wordt de procedure voortgezet en gesplitst. Van 13 mensen worden de vorderingen afgewezen. In sommige gevallen hebben ze hun vordering onvoldoende onderbouwd, in andere gevallen hebben zij in een overeenkomst met de NAM afstand gedaan van een vordering tot vergoeding van schade.
Dagelijks komen verdachten voor de strafrechter. De rechter probeert te achterhalen wat er werkelijk is gebeurd en of kan worden bewezen dat de verdachte heeft gedaan waarvan hij wordt beschuldigd. Als dat zo is, dan bepaalt de strafrechter of dit strafbaar is en welke straf en eventuele maatregelen dan moeten volgen.
In de strafzaak wordt ook rekening gehouden met de slachtoffers. Zij hebben recht op informatie over de zaak en hebben spreekrecht. Ook kunnen ze een vordering tot schadevergoeding indienen.
2019 | 1.472 Aangemeld | 833 Afgerond | 1.700 Slachtoffers en verdachten |
84 procent leidt tot vaststellingsovereenkomst |
Een bijzondere aanvulling op de klassieke behandeling van een strafzaak is mediation in strafzaken. Hierbij worden verdachte en slachtoffer, als zij daar beiden mee instemmen, door het mediationbureau van het gerecht met elkaar in contact gebracht onder begeleiding van 2 gespecialiseerde mediators.
Verdachte en slachtoffer krijgen de kans om onder begeleiding met elkaar in gesprek te gaan en op die manier te werken aan emotioneel en financieel herstel. Een verdachte die spijt heeft, kan zijn verantwoordelijkheid nemen. En een slachtoffer dat erg veel last heeft van wat er is gebeurd, kan de verdachte daarmee confronteren en antwoorden krijgen op de vragen waarmee hij of zij zit.
Mediation in strafzaken is met ingang van 2019 structureel ingevoerd.
Een correcte bejegening van een slachtoffer bij het bezoek aan een gerecht draagt bij aan de verwerking van soms ingrijpende gebeurtenissen. De opvang en begeleiding van slachtoffers bij rechtbanken en gerechtshoven is het afgelopen jaar verbeterd.
Een landelijke werkgroep heeft concrete voorstellen gedaan voor landelijk uniforme werkprocessen, instructies, checklists en formulieren én aanpassing van de zogenoemde Modelregeling inzake een passende verblijfsomgeving slachtoffers. Inmiddels hebben meerdere gerechten de intentie uitgesproken om de voorstellen te volgen.
Communicatie over de beschikbare voorzieningen voor slachtoffers is belangrijk. Op rechtspraak.nl is per gerecht hierover informatie te vinden. Daarnaast is het aanbod van algemene informatie voor slachtoffers op de website in 2019 gemoderniseerd. Om slachtofferbejegening verder te verbeteren, zijn in 2019 bij gerechten verschillende bijeenkomsten met slachtoffers en slachtofferorganisaties georganiseerd.
In Eindhoven en Rotterdam zijn in 2019 initiatieven van start gegaan voor de behandeling van zaken waar meerdere problemen van mensen met elkaar verweven zijn.
In Eindhoven startte de wijkrechtbank. De aanpak van multiproblematiek staat er centraal. In strafzaken over relatief eenvoudige delicten probeert de rechter, samen met andere organisaties, een duurzame oplossing te vinden voor crimineel gedrag. Niet alleen om dat gedrag te bestraffen, maar ook om de omgeving te vrijwaren van toekomstige herhaling.
In Rotterdam is een proef gestart waarbij wordt gekeken of er meerdere procedures lopen in of rondom een gezin waarin huiselijk geweld plaatsvindt. Als dat zo is, kunnen ze door 1 rechter op de huiselijk geweldzitting tegelijkertijd worden behandeld. Denk aan een strafzaak en een zaak over een ondertoezichtstelling van de kinderen. Op die manier worden problemen die leiden tot huiselijk geweld zoveel mogelijk weggenomen om zo geweld in de toekomst te voorkomen.
In een rechtsstaat moet iedereen zich aan de wetten en regels houden, ook de overheid. Als iemand denkt dat het openbaar bestuur regels heeft geschonden, kan hij naar de rechter. De rechter toetst of het openbaar bestuur zich aan de regels houdt. Hij gaat daarbij niet op de stoel van het openbaar bestuur of wetgever zitten; hij toetst of de regels zijn nageleefd of een besluit op de juiste manier tot stand is gekomen. De rechter doet dit altijd op basis van wetten en (internationaal) recht. De rechter mag niet weigeren een oordeel te geven: hij moet rechtspreken als hem dat wordt gevraagd.
Het afgelopen jaar zorgden meerdere rechterlijke uitspraken voor discussie in de politiek en samenleving. Denk aan de uitspraken over het stikstofbeleid, de vraag of IS-kinderen door Nederland moeten worden teruggehaald en de uitspraak in de Urgenda-zaak. Bij alle grote onderwerpen heeft de rechter zijn verantwoordelijkheid genomen – een uiting van de noodzakelijke samenwerking tussen de 3 staatsmachten binnen een democratische rechtsstaat.
Het komt vaak voor dat de wetgever zich beperkt tot een algemene normering in een nieuwe wet en dat hij ervan uitgaat dat de wet zich verder zal uitkristalliseren in de rechtspraak. Rechtsvorming door de rechter is daarom onvermijdelijk, ook bij politiek en maatschappelijk gevoelige onderwerpen. Niet omdat de rechter dat wil, maar omdat het parlement en de regering hem daartoe ruimte bieden. Hij is verplicht die ruimte te benutten.
Belangrijk is wel dat rechters rekenschap afleggen door hun uitspraak duidelijk te motiveren, zeker als de uitspraak meer in de belangstelling van de samenleving staat of de maatschappelijke gevolgen groot kunnen zijn.
De kwestie
Omwonenden hebben genoeg van de overlast van het panna(voetbal)veldje van Basisschool De Buut. Het geeft onacceptabel veel geluidsoverlast. De gemeente Nijmegen vindt dat ook, en wil dat de school het speelveldje sloopt. De school en de ouders vinden sluiting onaanvaardbaar. De voorzieningenrechter komt kijken en neemt een beslissing.
In de zomer van 2018 wil de gemeente Nijmegen nog niet optreden, maar een jaar later besluit ze na geluidsonderzoek dat het panna(voetbal)veldje van Basisschool De Buut in Nijmegen-Oost weg moet. Omwonenden gaan namelijk gebukt onder geluidsoverlast. Als het veldje niet voor 12 november 2019 weg is, moet de school een boete van 10.000 euro betalen. Probleem is: het bestemmingplan staat het speelveldje toe. De bestemmingsplanprocedures zijn niet goed op elkaar afgestemd, waardoor ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn gemaakt die leiden tot overschrijding van de geluidsnormen. Als het veldje wordt verwijderd, dan blijft een speelterrein over waar gespeeld mag worden. Nader geluidsonderzoek zou de vraag kunnen beantwoorden of verwijdering van het veldje noodzakelijk is om te voldoen aan de geluidsnormen.
Pal naast de school staat een appartementencomplex. De school en de appartementen zijn rond dezelfde tijd gebouwd. Op het speelterrein van de school is het pannaveldje. Hier spelen de schoolkinderen tijdens schooltijd en worden buitenlessen gegeven. Na schooltijd komt de jeugd uit de buurt er samen om te voetballen of te hockeyen. De balkons van het appartementencomplex kijken direct uit op het veldje. Dat de geluidsnormen er worden overschreden, staat voor iedereen vast. De gemeente kan alternatieven onderzoeken, maar in de tussentijd moet het veldje van de omwonenden helemaal verdwijnen. Voor de school zijn omkeerbare maatregelen aan het pannaveldje aanvaardbaar, maar sloop niet. Sloop van het pannaveldje gaat te ver en bovendien zal de overlast er niet door verdwijnen. De ouders willen het pannaveldje handhaven. Voor de kinderen zijn er geen alternatieven in de buurt.
De dwangsom van de gemeente Nijmegen gaat van tafel. Het veldje mag voorlopig blijven, maar er is wel extra geluidsonderzoek nodig. De school moet maatregelen nemen om de geluidsoverlast te beperken. De geluidsnormen worden namelijk overschreden als er op het veldje wordt gespeeld. De gemeente mag hiertegen optreden. Het is wel de vraag op welke manier dit moet gebeuren. De beschikbare onderzoeken bieden hiervoor nog onvoldoende informatie. Het is mogelijk dat meer onderzoek leidt tot de conclusie dat met specifieke maatregelen de geluidsoverlast kan worden teruggebracht. In de tussentijd moet de school zo snel mogelijk het kunstgras vervangen door hoogpolig kunstgras, de betonnen randen en de goaltjes verwijderen en ‘s avonds na 18.30 uur en in het weekend het veldje afsluiten.
Als iemand niet in staat is zijn eigen geld te beheren, wordt hij toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling of wordt zijn vermogen onder bewind gesteld. In beide gevallen wordt een bewindvoerder benoemd. Mensen die om andere redenen niet in staat zijn hun eigen belangen te behartigen kunnen onder curatele worden gesteld, met benoeming van een curator of een mentor. Bedrijven of personen die het financieel niet redden en te veel schulden hebben, worden failliet verklaard. In dat geval wordt een (faillissements)curator benoemd. In al deze gevallen houdt de rechter toezicht.
Het toezicht van de rechter is belangrijk, bijvoorbeeld voor degene wiens geld wordt beheerd of de schuldeiser die nog geld krijgt. Maar ook voor de samenleving als geheel.
Een bewindvoerder is lang niet altijd een professional. Ook een familielid kan bijvoorbeeld bewindvoerder zijn. In 2019 heeft de Rechtspraak onderzocht tegen welke problemen deze groep mensen aanloopt en wat hen kan helpen. Bijvoorbeeld betere communicatie met en door de Rechtspraak.
De toezichthoudende rechters doen hun best om hun (juridische) oordeel te verwoorden in een taal die iedereen goed begrijpt. Ook voeren deze rechters onderling intensief overleg om ervoor te zorgen dat uitspraken voorspelbaar zijn, met behoud van maatwerk.
Steeds meer toezichtdossiers zijn digitaal toegankelijk. Nagenoeg alle lopende faillissementen zijn gedigitaliseerd; curatoren en rechters-commissarissen communiceren in die dossiers volledig digitaal. Inmiddels wordt in meer dan 100.000 zaken digitaal toezicht gehouden.
De kwestie
De kantonrechter in Overijssel kijkt al een paar jaar met argusogen naar Belana Bewind & Inkomensbeheer in Enschede. De kantonrechter dient te toetsen of een bewindvoerder zijn taken naar behoren uitvoert. In september 2018 meldt de kantonrechter aan Belana dat hij zich afvraagt of Belana de belangen van haar cliënten wel integer en deugdelijk behartigt. Als Belana zijn zorgen niet wegneemt, dan bestaat de kans dat hij Belana ontslaat. Begin 2019 stelt de kantonrechter Belana tot minstens 1 juli onder verscherpt toezicht. Belana zal niet meer worden benoemd als curator, bewindvoerder en mentor in nieuwe zaken. Op 19 april is er weer een zitting.
Belana is bewindvoerder over de vermogens van ongeveer 200 mensen. Het bedrijf sluit met hulp van Belana Insurance & Finance zo nodig (uitvaart)verzekeringen voor haar klanten af. Hiervoor wordt eenmalig 250 euro in rekening gebracht. Belana IF ontvangt daarover geen provisie. Voor iedere klant wordt een aansprakelijkheids-, inboedel- en eventueel een motorrijtuigenverzekering afgesloten, tenzij deze verzekeringen al zijn afgesloten. Belana IF speelt daarin geen rol als tussenpersoon. De klant betaalt premie, maar geen servicekosten. Er zijn serviceabonnementen tussen cliënten en Belana IF afgesloten als reactie op veranderde regelgeving ten aanzien van provisie. Deze serviceabonnementen zijn besproken met de cliënten en gelden niet alleen voor uitvaartverzekeringen, maar ook voor andere verzekeringen. Er is geen sprake van opzet om cliënten te benadelen. Het serviceabonnement wordt afgesloten ten behoeve van advies en nazorg voor het geval een claim wordt ingediend. De cliënt betaalt dan niet extra voor de afwikkeling van een claim. Er is een aantal fouten gemaakt door de boekhouder en door de overgang naar een ander boekhoudpakket.
Betrouwbaarheid en integriteit zijn voor het functioneren van een bewindvoerder essentieel. Vertrouwen van de kantonrechter in de bewindvoerder is een andere voorwaarde. Belana heeft dit vertrouwen ernstig geschaad en wordt daarom ontslagen als bewindvoerder of mentor. Belana reageert niet of te laat op verzoeken van de kantonrechter om opheldering, ook niet als het al onder verscherpt toezicht staat. Hierdoor kan de rechter geen adequaat toezicht uitvoeren. Belana laat haar cliënten vaak onnodig verzekeringen afsluiten via Belana Insurance & Finance, waar dezelfde bestuurster aan het roer staat als bij het bewindvoerderskantoor. Van deze belangenverstrengeling profiteert het zusterbedrijf. Voor de verzekeringen moeten de cliënten naast de afhandelingskosten van 250 euro ook maandelijks betalen voor een serviceabonnement. Hiermee betalen zij voor diensten die zij niet nodig hebben. Het bedrijf speelt hierover geen open kaart. Verder benadeelt Belana haar cliënten door in relatief veel dossiers te hoge kosten in rekening te brengen. Het rekenen van hogere kosten heeft als risico dat op dat moment andere rekeningen misschien niet kunnen worden betaald.