miljoen
rechtszaken
In 2020 werd er door 2562 rechters en raadsheren in 1,37 miljoen rechtszaken uitspraak gedaan. Lees dit deel van het jaarverslag voor nog veel meer cijfers.
In 2020 werd er door 2562 rechters en raadsheren in 1,37 miljoen rechtszaken uitspraak gedaan. Lees dit deel van het jaarverslag voor nog veel meer cijfers.
Hieronder volgt in paragraaf 3.1 een cijfermatig overzicht van 2020 over de inkomende en afgehandelde zaken, productie, mediation, productiviteit en kosten, werkvoorraden, kwaliteitsnormen, publicatiegraad, appelpercentages en wrakingsverzoeken. In paragraaf 3.2 worden personele cijfers weergegeven en in paragraaf 3.3 wordt ingegaan op bedrijfsvoeringsaspecten zoals financiën, duurzaamheid, social responsibility, datalekken, klachten en verschillende risico’s. Daarna volgen meer cijfermatige aspecten zoals de kostenspecificatie, productgroepprijs en minutentarieven.
De coronacrisis heeft in 2020 groot effect gehad op de gang naar de rechter en de processen binnen de Rechtspraak. Dit heeft invloed gehad op bijvoorbeeld de instroom van zaken, productie, doorlooptijden, inzet van personeel en de financiën. Het trekken van conclusies op basis van de cijfers over 2020 is daardoor moeilijk, omdat niet altijd duidelijk is hoe de ontwikkelingen zonder de effecten van corona en de daarvoor genomen maatregelen zouden zijn geweest.
Inkomende zaken
Algemeen beeld van de ontwikkeling van inkomende zaken
In totaal werden in 2020 ruim 1,39 miljoen zaken aangebracht bij de gerechten, ongeveer 143.000 zaken minder dan in 2019. De maatregelen om verspreiding van het coronavirus te beteugelen, hebben een rol gespeeld bij de afname van het aantal nieuw aangebrachte zaken. In figuur 1 en tabel 1 is te zien dat voor de meeste rechtsgebieden het aantal ingekomen zaken in 2020 lager was dan in 2019. Deze afname was bij sommige rechtsgebieden fors, zoals bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), vreemdelingenzaken bij de rechtbanken, de Centrale Raad van Beroep (CRvB), zaken bij de gerechtshoven en bij kantonzaken. Alleen bij belastingzaken, aangebracht bij de rechtbanken, was er een forse stijging van het aantal ingekomen zaken. De ontwikkelingen per rechtsgebied die het meest in het oog springen, worden hieronder beschreven.
In 2020 werden in totaal circa 847.000 kantonzaken aangebracht; dit was fors minder dan in 2019. De afname was vooral fors bij strafzaken (55 procent) en handelszaken (19 procent). Vanaf half maart kwamen nog heel weinig strafzaken binnen door de gedeeltelijke sluiting van de rechtbanken in verband met de coronamaatregelen. Vanaf september steeg het aantal ingekomen strafzaken pas weer fors. Het aantal inkomende familiezaken (vrijwel volledig bewindshandelingen) en Mulderzaken (verkeersboetes) bleef ongeveer gelijk aan het aantal in 2019. Binnen de handelszaken namen de zaken rond beëindiging arbeidsovereenkomst wel toe met 11 procent naar ruim 2.600 zaken. De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) die in 2020 inging, kan hierbij een rol hebben gespeeld.
Het aantal ingekomen civiele zaken dat niet onder kanton valt, was in 2020 met bijna 243.000 zaken 6 procent minder dan in 2019. Er was in 2020 een forse afname (13 procent) van het aantal nieuw ingekomen handelszaken. Vooral het aantal verzoekschriften insolventies (faillissementen, surseances van betaling en schuldsaneringsregelingen) nam sterk af met 23 procent. In het verlengde daarvan nam ook het aantal toezichten op afwikkeling van insolventies (faillissementen, surseances van betaling en schuldsaneringsregelingen) sterk af (26 procent). Net als in 2018 en 2019 was er ook in 2020 een forse daling van schuldsaneringsregelingen (35 procent, circa 1.650 zaken). Opvallend is dat ook het aantal toezichten op afwikkelingen van surseances van betaling (19 procent) en faillissementen (18 procent), naar circa 3.900 fors afnam. Het aantal nieuw ingekomen rekesten aan de voorzieningenrechter nam met 10 procent af.
In totaal daalde het aantal nieuw aangebrachte familierechtelijke procedures met 3 procent tot ruim 181.000. Zowel het aantal aangebrachte echtscheidingszaken (7 procent), als zaken betreffende gezag (5 procent), alimentatiezaken (4 procent) en Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) en de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (WVGGZ)-zaken (3 procent) daalde licht tot matig. Het aantal zaken betreffende ondertoezichtstelling (OTS) en zaken rond de omgangsregeling bleven ongeveer gelijk aan het aantal in 2019.
In 2020 kwamen bij de rechtbanken op het gebied van het bestuursrecht ruim 98.000 zaken binnen, een daling van 5 procent in vergelijking met 2019. Het aantal nieuw ingekomen vreemdelingzaken daalde in 2020 fors met 21 procent (circa 8.700 zaken). Het aantal ingekomen ‘reguliere’ bestuurszaken daalde met 5 procent. Het aantal nieuw aangebracht belastingzaken steeg met 20 procent fors.
Bij ‘reguliere’ bestuurszaken namen bijna alle typen zaken af of bleven gelijk met het aantal ingekomen zaken in 2019. De afname was vooral groot bij ambtenarenzaken; deze namen met 40 procent af tot circa 850 zaken. Deze daling heeft te maken met de invoering van de Wnra in 2020. Na een afname in 2018 en 2019, was er wel een forse stijging van het aantal zaken rond de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) van 12 procent naar bijna 3.600 zaken.
Bij belastingzaken stegen nieuw aangebrachte belastingzaken lagere overheden fors met 45 procent, terwijl rijksbelastingzaken afnamen met 5 procent. De forse stijging bij belastingzaken lagere overheden is voor een groot deel te verklaren door een toename van Wet waardering onroerende zaken (WOZ)-zaken met ongeveer 5.000 (61 procent). Deze toename van WOZ-zaken is weer voor een groot deel veroorzaakt door een cluster van circa 3.600 zaken bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Het aantal ingekomen vreemdelingenzaken nam in 2020 met 21 procent sterk af tot ruim 32.000. Deze afname komt door de daling van de asielinstroom als gevolg van de beperking in de reisbewegingen door de coronacrisis en een achterblijvende uitstroom van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De grootste afname was bij algemeen korte asielprocedures (43 procent) en bij de zogenoemde Dublinzaken (40 procent), waarbij aanvragers via andere Europese landen binnenkomen. Het aantal bewaringszaken nam met 28 procent af en het aantal reguliere zaken met 6 procent. Het aantal verlengde asielprocedures nam wel toe, met 17 procent naar ruim 7.000 zaken. Dat is grotendeels het gevolg van een fors aantal (circa 800) beroepen waarop niet tijdig werd beslist door de IND.
Het aantal ingekomen strafzaken daalde in 2020 met 5 procent tot een kleine 159.000 zaken. Dit aantal bevat niet alleen de behandeling op zitting van de hoofdzaak, maar ook allerlei ‘nevenproducten’, zoals vorderingen en rekesten. Het aantal nieuw aangebrachte hoofdzaken (de ter zitting gebrachte zaken) daalde veel sterker, namelijk met 19 procent naar ongeveer 79.000 zaken. Het aantal ontnemingsvorderingen daalde ook sterk, met 35 procent. Vooral in april en in mei, toen de rechtbanken deels gesloten waren in verband met de coronamaatregelen, kwamen er weinig zaken binnen. Het aantal raadkamerzaken gevangenhouding steeg juist sterk met 20 procent.
Het totaal aantal aangebrachte hoger beroepszaken bij de gerechtshoven daalde met ongeveer 41.800 zaken ten opzichte van 2019 (16 procent). Vooral de afname bij belastingzaken was met 30 procent (circa 1.530 zaken) fors. Dit kwam door een sterke daling van het aantal WOZ-zaken (een kleine 600 zaken; een afname van 49 procent) en zakte daarmee weer naar het niveau van 2017 en 2018. Dat geldt ook voor belasting op personenauto’s en motorrijwielen (bpm)-zaken (ruim 800 zaken, 59 procent), die daalden naar het niveau van 2018.
Ook het aantal strafzaken daalde fors met 17 procent naar een kleine 27.000 zaken. Het aantal handelszaken in hoger beroep nam af met 10 procent. Net als de voorgaande jaren daalde het aantal zaken rondom schuldsanering weer fors, in 2020 met 42 procent ten opzichte van 2019. Het aantal familiezaken nam met 9 procent af, hoewel het aantal zaken betreffende ondertoezichtstelling toenam met 9 procent en het aantal zaken betreffende gezag en omgang ongeveer gelijk bleef.
De CRvB oordeelt in hoger beroep over geschillen op het terrein van de sociale verzekeringen, sociale voorzieningen en ambtenarenzaken. Daarnaast is de CRvB rechter in eerste en enige aanleg in geschillen over de uitvoering van wetten voor oorlogs- en vervolgingsgetroffenen, enkele bijzondere pensioenen en voor beroepen van rechterlijke ambtenaren. De nieuw aangebrachte zaken namen in 2020, net als in 2018 en 2019, behoorlijk af met 17 procent tot circa 4.600.
Het CBb oordeelt over geschillen op het terrein van het sociaaleconomisch bestuursrecht. Daarnaast is het CBb hoger beroepsinstantie voor uitspraken op het gebied van een aantal specifieke wetten, zoals de Mededingingswet en de Telecommunicatiewet. In 2020 daalde het aantal inkomende zaken bij het CBb net als in 2019 fors met 40 procent, tot circa 1.200 zaken. Dit kwam grotendeels door een verdere forse daling van het aantal fosfaatzaken in 2020.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Groei in 2020 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Kantonzaken rechtbanken | 946.260 | 982.370 | 946.100 | 949.260 | 846.670 | -11% |
Handelszaken (incl. arbeidszaken en kort gedingen) | 450.370 | 368.980 | 342.390 | 358.310 | 289.760 | -19% |
Familiezaken | 403.170 | 506.620 | 501.660 | 491.380 | 492.660 | 0% |
Strafzaken | 52.690 | 59.400 | 59.110 | 64.760 | 29.340 | -55% |
Mulderzaken (excl. adres onbekend) | 40.040 | 47.370 | 42.940 | 34.810 | 34.910 | 0% |
Civiele zaken (niet-kanton) rechtbanken | 278.970 | 268.090 | 255.890 | 258.740 | 242.660 | -6% |
Handelszaken* | 43.840 | 39.640 | 35.930 | 34.300 | 29.980 | -13% |
Toezicht afwikkeling insolventies** | 16.560 | 13.590 | 10.640 | 9.600 | 7.080 | -26% |
Familiezaken | 185.030 | 183.660 | 180.870 | 187.610 | 181.120 | -3% |
Rekesten aan de voorzieningenrechter*** | 33.530 | 31.200 | 28.440 | 27.230 | 24.480 | -10% |
Bestuurszaken rechtbanken | 111.700 | 97.630 | 96.620 | 103.760 | 98.480 | -5% |
Bestuurszaken | 48.490 | 41.100 | 37.000 | 36.940 | 35.230 | -5% |
Vreemdelingenzaken | 30.760 | 31.980 | 33.410 | 40.970 | 32.270 | -21% |
Belastingzaken | 32.450 | 24.550 | 26.220 | 25.850 | 30.980 | 20% |
Strafzaken (niet-kanton) rechtbanken | 176.950 | 169.170 | 162.740 | 168.140 | 159.480 | -5% |
Gerechtshoven en bijzondere colleges | 65.240 | 62.390 | 59.860 | 49.960 | 47.570 | -5% |
Handelszaken | 9.000 | 8.230 | 7.670 | 7.040 | 6.330 | -10% |
Familiezaken | 5.420 | 5.210 | 5.130 | 5.340 | 4.860 | -9% |
Belastingzaken | 6.690 | 3.870 | 3.960 | 5.140 | 3.610 | -30% |
Strafzaken | 34.580 | 34.790 | 33.340 | 32.440 | 26.970 | -17% |
CRvB | 8.220 | 8.390 | 6.740 | 5.500 | 4.560 | -17% |
CBb | 1.330 | 1.900 | 3.020 | 2.080 | 1.240 | -40% |
Totaal Rechtspraak | 1.579.120 | 1.579.650 | 1.521.210 | 1.529.860 | 1.394.860 | -9% |
*Inclusief verzoekschriften insolventies. In tegenstelling tot het jaarverslag 2019 en eerdere jaren wordt toezicht op afwikkeling insolventies nu apart getoond in de tabel en staan bepaalde kort gedingen die eerst onder handelszaken stonden nu onder rekesten aan de voorzieningenrechter. | ||||||
**Toezicht op afwikkeling van insolventies (faillissementen, surseances van betaling en schuldsaneringsregelingen). | ||||||
***Bepaalde rekesten aan de voorzieningenrechter (kort gedingen), die in het jaarverslag 2019 en eerdere jaren waren ingedeeld bij handelszaken, zijn nu ingedeeld bij rekesten aan de voorzieningenrechter. |
Productie in aantal zaken
Productie per rechtsgebied
Inkomende zaken worden behandeld en afgedaan. De meeste zaken bij de Rechtspraak worden gefinancierd als ze worden afgedaan. Het aantal zaken dat de Rechtspraak gefinancierd krijgt, wordt ook wel productie genoemd. Sommige zaken worden echter bij instroom gefinancierd. Dit geldt voor toezicht op de afwikkeling van insolventies (faillissementen, surseances van betaling en schuldsaneringsregelingen), omdat de afwikkeling van de insolventies lang kan duren. Er zit daarom een klein verschil tussen productie in aantal zaken en het aantal afgehandelde zaken.
Figuur 2 toont de verdeling van de productie over de verschillende rechtsgebieden. Naast de absolute aantallen zaken in de blauwe balken, is ook de verdeling van de werklast over de verschillende rechtsgebieden (in de roze balken) weergegeven. Werklast is een gewogen productiemaat, die rekening houdt met verschil in bewerkelijkheid van verschillende zaken. Kantonzaken zijn relatief licht (minder bewerkelijk, dus lage werklast), terwijl bestuurszaken en hoger beroepen vaak meer werk kosten (bewerkelijker zijn, dus hoge werklast).
In tabel 2 is de productie in aantal zaken weergegeven. Vanwege de verminderde instroom van zaken en de verstoorde verwerking ten gevolge van de coronacrisis en maatregelen daaromtrent, ligt de productie sterk lager dan in 2019. Alleen belastingzaken bij de gerechtshoven en het CBb zagen groei. Vooral de afname van productie van kantonstrafzaken was fors, namelijk 55 procent. De totale productie van strafzaken bij de rechtbanken en hoven daalde licht, maar als we naar de productie van de hoofdzaken (de ter zitting gebrachte zaken) en de ontnemingsvorderingen kijken, was er wel een sterke daling. De productie van strafhoofdzaken bij de rechtbanken daalde met 21 procent, ontnemingen met 37 procent en strafhoofdzaken en ontnemingen bij de hoven met 20 procent.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Groei 2020 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Kantonzaken rechtbanken | 973.250 | 969.050 | 960.310 | 959.320 | 835.080 | -13% |
Handelszaken (incl. arbeidszaken en kort gedingen) | 451.930 | 374.680 | 339.820 | 354.810 | 283.300 | -20% |
Familiezaken | 408.810 | 488.800 | 516.420 | 498.000 | 497.500 | 0% |
Strafzaken | 53.150 | 59.460 | 59.330 | 66.310 | 29.630 | -55% |
Mulderzaken (excl. adres onbekend) | 59.370 | 46.120 | 44.750 | 40.200 | 24.650 | -39% |
Civiele zaken (niet-kanton) rechtbanken | 279.490 | 269.600 | 256.900 | 257.380 | 240.860 | -6% |
Handelszaken* | 44.220 | 40.570 | 37.150 | 35.170 | 29.090 | -17% |
Toezicht afwikkeling insolventies** | 16.560 | 13.590 | 10.640 | 9.600 | 7.080 | -26% |
Familiezaken | 185.390 | 184.010 | 180.700 | 185.450 | 180.200 | -3% |
Rekesten aan de voorzieningenrechter*** | 33.310 | 31.430 | 28.400 | 27.160 | 24.490 | -10% |
Bestuurszaken rechtbanken | 106.700 | 103.280 | 92.970 | 97.250 | 83.740 | -14% |
Bestuurszaken | 49.930 | 44.530 | 37.880 | 35.210 | 30.690 | -13% |
Vreemdelingenzaken | 29.730 | 30.770 | 33.230 | 38.350 | 31.310 | -18% |
Belastingzaken | 27.050 | 27.970 | 21.860 | 23.690 | 21.740 | -8% |
Strafzaken (niet-kanton) rechtbanken | 174.650 | 169.880 | 164.660 | 167.330 | 158.820 | -5% |
Gerechtshoven en bijzondere colleges | 65.910 | 61.510 | 58.730 | 56.310 | 49.050 | -13% |
Handelszaken | 8.880 | 8.630 | 7.950 | 7.740 | 6.570 | -15% |
Familiezaken | 5.040 | 5.470 | 5.450 | 5.140 | 4.970 | -3% |
Belastingzaken | 7.430 | 4.680 | 3.770 | 3.720 | 4.180 | 12% |
Strafzaken | 35.670 | 33.970 | 31.880 | 30.860 | 25.480 | -17% |
CRvB | 7.920 | 7.460 | 7.820 | 6.910 | 5.510 | -20% |
CBb | 980 | 1.300 | 1.860 | 1.940 | 2.340 | 21% |
Totaal Rechtspraak | 1.600.010 | 1.573.310 | 1.533.570 | 1.537.590 | 1.367.550 | -11% |
*Inclusief verzoekschriften insolventies. In tegenstelling tot het jaarverslag 2019 en eerdere jaren wordt toezicht op afwikkeling insolventies nu apart getoond in de tabel en staan bepaalde kort gedingen die eerst onder handelszaken stonden nu onder rekesten aan de voorzieningenrechter. | ||||||
**Toezicht op afwikkeling van insolventies (faillissementen, surseances van betaling en schuldsaneringsregelingen). Deze zaken worden in tegenstelling tot alle andere zaken gefinancierd bij instroom, waardoor productie gelijk is aan de instroom. | ||||||
***Bepaalde rekesten aan de voorzieningenrechter (kort gedingen), die in het jaarverslag 2019 en eerdere jaren waren ingedeeld bij handelszaken, zijn nu ingedeeld bij rekesten aan de voorzieningenrechter. |
Waar tabel 2 de productie in aantal zaken per rechtsgebied toont voor de periode 2016-2020, toont tabel 3 de procentuele groei of daling van het aantal afgehandelde zaken en van de werklast ten opzichte van 2019. Hierbij zijn productie-aantallen van zowel 2019 als 2020 gewogen met dezelfde wegingsfactoren, gebaseerd op het huidige bekostigingsmodel.
Groei zaken | Groei werklast | |
---|---|---|
% | % | |
Rechtbanken | -11% | -15% |
Kantonzaken rechtbanken | -13% | -11% |
Civiele zaken (niet-kanton) rechtbanken | -6% | -11% |
Strafzaken (niet-kanton) rechtbanken | -5% | -20% |
Bestuurszaken rechtbanken (incl. belasting- en vreemdelingenzaken) | -14% | -17% |
Appelcolleges | -13% | -14% |
Civiele zaken | -10% | -10% |
Belastingzaken | 12% | 5% |
Strafzaken | -17% | -20% |
CRvB | -20% | -21% |
CBb | 21% | - |
Totaal | -11% | -15% |
Begroting afspraken in aantallen | Productie in aantallen | Productie t.o.v. afspraken | |
---|---|---|---|
Rechtbanken | 1.476.350 | 1.318.500 | 89% |
Kantonzaken | 945.790 | 835.080 | 88% |
Civiele zaken | 248.450 | 240.860 | 97% |
Reguliere bestuurszaken | 33.330 | 30.690 | 92% |
Vreemdelingenzaken | 49.540 | 31.310 | 63% |
Belastingzaken | 23.590 | 21.740 | 92% |
Strafzaken excl. overtredingen | 175.650 | 158.820 | 90% |
Gerechtshoven | 47.670 | 41.200 | 86% |
Civiele zaken | 11.710 | 11.540 | 99% |
Strafzaken | 31.120 | 25.480 | 82% |
Belastingzaken | 4.840 | 4.180 | 86% |
CRvB | 5.670 | 5.510 | 97% |
Totaal | 1.529.690 | 1.365.200 | 89% |
De rol van de Rechtspraak in de samenleving ontwikkelt zich voortdurend. De Rechtspraak zoekt steeds naar verbinding met de samenleving. Conflictdiagnose en regievoering door de rechter zijn daarbij instrumenten met als doel geschil- en conflictoplossing op maat. Deze geschiloplossing kan vorm krijgen door mediation naast rechtspraak. In civiele en bestuursrechtelijke zaken is dat al langere tijd het geval. De rechter beslist, schikt óf verwijst in die zaken naar mediation. Dit kan op elk moment in de procedure plaatsvinden. Daarnaast is soms ook een combinatie mogelijk van mediation en rechtspraak.
In tabel 5 wordt het landelijk beeld weergegeven van het aantal mediations
in 2020, ten opzichte van 2019. Het totaal aantal verwijzingen naar mediation (figuur 3) was in 2020 fors lager dan in 2019: 2513 in 2020 tegenover 3442 in 2019, een afname van zo’n 28 procent. Een dergelijke afname heeft zich sinds de start van de verwijzingsvoorziening “Mediation naast rechtspraak” niet eerder voorgedaan en is overduidelijk een gevolg van de maatregelen die zijn getroffen in verband met de verspreiding van het coronavirus.
Totaal gerechten | Aantal verwijzingen | Aantal verwijzingen | Gestarte mediations | Afgeronde mediations | Percentage volledige overeenstemming | Percentage overeenst. met schadevergoeding (Straf) | Percentage gedeeltelijke overeenstemming | Percentage zonder overeenstemming |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
jan-dec 2020 | jan-dec 2019 | jan-dec 2020 | jan-dec 2020 | jan-dec 2020 | jan-dec 2020 | jan-dec 2020 | jan-dec 2020 | |
Bestuur | 32 | 49 | 28 | 40 | 45,0 | 0,0 | 0,0 | 55,0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 1115 | 1692 | 979 | 935 | 45,6 | 0,0 | 10,9 | 43,5 |
Civiel - Handel | 143 | 152 | 124 | 113 | 35,4 | 0,0 | 4,4 | 60,2 |
Kanton | 53 | 88 | 37 | 41 | 48,8 | 0,0 | 4,9 | 46,3 |
Straf | 1151 | 1489 | 637 | 666 | 56,6 | 23,9 | 4,7 | 14,9 |
MER | 18 | 16 | 18 | 0 | - | - | - | - |
Totaal | 2513 | 3486 | 1823 | 1795 | 49,1 | 8,9 | 7,8 | 34,3 |
Gerecht(type) | Uitsplitsing | Verwijzingen | Verwijz. vorig jaar | Gestart | Afgerond | Overeenstem. % | Overeenst. met schadevg. % | Gedeelt. overeenst. % | Geen Overeenst. % |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtbank Amsterdam | Bestuur | 1 | 6 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 83 | 105 | 72 | 66 | 39,4 | 0 | 10,6 | 50 | |
Civiel - Handel | 8 | 15 | 5 | 5 | 60 | 0 | 0 | 40 | |
Kanton | 15 | 25 | 12 | 14 | 42,9 | 0 | 7,1 | 50 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 136 | 108 | 69 | 71 | 69 | 12,7 | 5,6 | 12,7 | |
243 | 259 | 159 | 156 | 53,8 | 5,8 | 7,7 | 32,7 | ||
Rechtbank Den Haag | Bestuur | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 142 | 195 | 122 | 121 | 41,3 | 0 | 13,2 | 45,5 | |
Civiel - Handel | 11 | 16 | 10 | 8 | 25 | 0 | 12,5 | 62,5 | |
Kanton | 2 | 6 | 1 | 1 | 100 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 143 | 131 | 95 | 85 | 47,1 | 29,4 | 8,2 | 15,3 | |
299 | 349 | 229 | 215 | 43,3 | 11,6 | 11,2 | 34 | ||
Rechtbank Gelderland | Bestuur | 15 | 5 | 13 | 10 | 80 | 0 | 0 | 20 |
Civiel - Familie en Jeugd | 49 | 95 | 44 | 58 | 43,1 | 0 | 8,6 | 48,3 | |
Civiel - Handel | 8 | 7 | 8 | 7 | 28,6 | 0 | 14,3 | 57,1 | |
Kanton | 2 | 6 | 2 | 2 | 50 | 0 | 0 | 50 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 142 | 190 | 79 | 91 | 41,8 | 34,1 | 7,7 | 16,5 | |
216 | 303 | 146 | 168 | 44 | 18,5 | 7,7 | 29,8 | ||
Rechtbank Limburg | Bestuur | 0 | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 19 | 28 | 16 | 15 | 26,7 | 0 | 6,7 | 66,7 | |
Civiel - Handel | 6 | 10 | 6 | 5 | 40 | 0 | 20 | 40 | |
Kanton | 2 | 4 | 1 | 1 | 100 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 34 | 58 | 14 | 22 | 59,1 | 27,3 | 0 | 13,6 | |
61 | 104 | 37 | 43 | 46,5 | 14 | 4,7 | 34,9 | ||
Rechtbank Midden-Nederland | Bestuur | 2 | 2 | 2 | 3 | 100 | 0 | 0 | 0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 189 | 301 | 175 | 131 | 54,2 | 0 | 13 | 32,8 | |
Civiel - Handel | 9 | 3 | 8 | 3 | 100 | 0 | 0 | 0 | |
Kanton | 3 | 14 | 2 | 2 | 0 | 0 | 0 | 100 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 153 | 158 | 71 | 67 | 70,1 | 17,9 | 3 | 9 | |
356 | 478 | 258 | 206 | 60,2 | 5,8 | 9,2 | 24,8 | ||
Rechtbank Noord-Holland | Bestuur | 1 | 4 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 108 | 128 | 92 | 104 | 40,4 | 0 | 9,6 | 50 | |
Civiel - Handel | 9 | 10 | 5 | 7 | 57,1 | 0 | 28,6 | 14,3 | |
Kanton | 2 | 5 | 0 | 1 | 100 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 138 | 171 | 77 | 79 | 50,6 | 36,7 | 0 | 12,7 | |
258 | 318 | 175 | 191 | 45,5 | 15,2 | 6,3 | 33 | ||
Rechtbank Noord-Nederland | Bestuur | 1 | 11 | 1 | 11 | 0 | 0 | 0 | 100 |
Civiel - Familie en Jeugd | 5 | 2 | 5 | 1 | 0 | 0 | 100 | 0 | |
Civiel - Handel | 2 | 4 | 2 | 3 | 33,3 | 0 | 0 | 66,7 | |
Kanton | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 37 | 46 | 28 | 20 | 50 | 15 | 25 | 10 | |
45 | 64 | 36 | 35 | 31,4 | 8,6 | 17,1 | 42,9 | ||
Rechtbank Oost-Brabant | Bestuur | 2 | 2 | 1 | 1 | 100 | 0 | 0 | 0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 80 | 249 | 74 | 93 | 51,6 | 0 | 12,9 | 35,5 | |
Civiel - Handel | 9 | 10 | 8 | 9 | 22,2 | 0 | 0 | 77,8 | |
Kanton | 6 | 9 | 3 | 6 | 16,7 | 0 | 16,7 | 66,7 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 73 | 217 | 37 | 45 | 57,8 | 22,2 | 4,4 | 15,6 | |
170 | 487 | 123 | 154 | 50,6 | 6,5 | 9,7 | 33,1 | ||
Rechtbank Overijssel | Bestuur | 4 | 3 | 3 | 3 | 0 | 0 | 0 | 100 |
Civiel - Familie en Jeugd | 41 | 63 | 35 | 34 | 67,6 | 0 | 8,8 | 23,5 | |
Civiel - Handel | 7 | 2 | 5 | 4 | 50 | 0 | 0 | 50 | |
Kanton | 11 | 9 | 7 | 8 | 75 | 0 | 0 | 25 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 80 | 91 | 45 | 54 | 55,6 | 22,2 | 1,9 | 20,4 | |
143 | 168 | 95 | 103 | 59,2 | 11,7 | 3,9 | 25,2 | ||
Rechtbank Rotterdam | Bestuur | 4 | 8 | 4 | 9 | 66,7 | 0 | 0 | 33,3 |
Civiel - Familie en Jeugd | 303 | 390 | 262 | 222 | 42,3 | 0 | 10,8 | 46,8 | |
Civiel - Handel | 11 | 11 | 11 | 5 | 40 | 0 | 0 | 60 | |
Kanton | 6 | 9 | 5 | 4 | 50 | 0 | 0 | 50 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 101 | 172 | 57 | 65 | 70,8 | 10,8 | 3,1 | 15,4 | |
425 | 590 | 339 | 305 | 49,2 | 2,3 | 8,5 | 40 | ||
Rechtbank Zeeland-West-Brabant | Bestuur | 0 | 3 | 0 | 3 | 0 | 0 | 0 | 100 |
Civiel - Familie en Jeugd | 34 | 25 | 29 | 30 | 43,3 | 0 | 10 | 46,7 | |
Civiel - Handel | 7 | 7 | 7 | 8 | 25 | 0 | 0 | 75 | |
Kanton | 4 | 0 | 4 | 2 | 50 | 0 | 0 | 50 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 82 | 100 | 47 | 51 | 56,9 | 25,5 | 0 | 17,6 | |
127 | 135 | 87 | 94 | 47,9 | 13,8 | 3,2 | 35,1 | ||
Wijkrechtbank Den Haag | Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Civiel - Handel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | ||||||
Wijkrechtbank Eindhoven | Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Civiel - Handel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 18 | 0 | 18 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 1 | 16 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
19 | 16 | 18 | 0 | ||||||
Hof Amsterdam | Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 20 | 29 | 18 | 9 | 55,6 | 0 | 0 | 44,4 | |
Civiel - Handel | 12 | 7 | 11 | 2 | 0 | 0 | 0 | 100 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 15 | 20 | 12 | 9 | 55,6 | 11,1 | 0 | 33,3 | |
47 | 56 | 41 | 20 | 50 | 5 | 0 | 45 | ||
Hof Arnhem-Leeuwarden | Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 12 | 23 | 11 | 14 | 42,9 | 0 | 7,1 | 50 | |
Civiel - Handel | 14 | 11 | 11 | 7 | 14,3 | 0 | 0 | 85,7 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 10 | 12 | 4 | 4 | 25 | 25 | 25 | 25 | |
36 | 46 | 26 | 25 | 32 | 4 | 8 | 56 | ||
Hof Den Haag | Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 9 | 15 | 6 | 7 | 28,6 | 0 | 14,3 | 57,1 | |
Civiel - Handel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 3 | 6 | 2 | 2 | 100 | 0 | 0 | 0 | |
12 | 21 | 8 | 9 | 44,4 | 0 | 11,1 | 44,4 | ||
Hof 's-Hertogenbosch | Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 21 | 44 | 18 | 30 | 56,7 | 0 | 3,3 | 40 | |
Civiel - Handel | 30 | 39 | 27 | 40 | 35 | 0 | 0 | 65 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 4 | 9 | 0 | 1 | 100 | 0 | 0 | 0 | |
55 | 92 | 45 | 71 | 45,1 | 0 | 1,4 | 53,5 | ||
CBb | Bestuur | 1 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 | 0 | 1 | 0 | ||||||
CRvB | Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Civiel - Familie en Jeugd | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Civiel - Handel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Bestuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Civiel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Kanton | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
MER - Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Straf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | ||||||
Totaal: | 2513 | 3486 | 1823 | 1795 | 49,1 | 8,9 | 7,8 | 34,3 |
Tabel 6 laat zien hoe de gemiddelde personele bezetting en het volume afgehandelde zaken zich in de afgelopen jaren hebben ontwikkeld. In de bezettingscijfers, zoals gepresenteerd in paragraaf 3.2, is te zien dat de personeelsomvang eind 2020 licht hoger was dan eind 2019. De capaciteitsuitbreiding van de afgelopen jaren is nodig voor het verlagen van de werkdruk, het kunnen werken volgens de professionele standaarden en om rekening te houden met natuurlijk verloop (vervangingsvraag). De gemiddelde bezetting, zoals hier wordt gebruikt, is van 2019 naar 2020 licht toegenomen (3,4 procent). Omdat tegelijkertijd het zaakvolume (werklast) afnam (-14,6 procent), geldt dat de arbeidsproductiviteitsindicator als resultante afnam (-17,4 procent) ten opzichte van 2019.
De coronacrisis is van grote invloed geweest op de productiviteit in 2020. Om de achterstanden niet te ver te laten oplopen, is extra personeel ingezet (bijv. om stukken te digitaliseren). Hierdoor zijn de productiviteitscijfers niet vergelijkbaar met eerdere jaren.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Groei 2020 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Gemiddelde bezetting rechters en raadsheren | 100 | 103 | 107 | 107 | 108 | 1,50% |
Gemiddelde bezetting ondersteuning | 100 | 102 | 103 | 104 | 108 | 4,0% |
Gemiddelde bezetting totaal | 100 | 102 | 104 | 105 | 108 | 3,4% |
Gewogen zaaksvolume | 100 | 94 | 88 | 86 | 73 | -14,6% |
Zaaksvolume per arbeidsjaar: arbeidsproductiviteit | 100 | 92 | 84 | 82 | 68 | -17,4% |
Tabel 7 geeft een beeld van de kostenontwikkeling, gecorrigeerd voor inflatie van lonen en prijzen bij de overheid. De totale voor inflatie gecorrigeerde kosten die de Rechtspraak heeft gemaakt zijn in 2020 toegenomen met 1,4 procent. Zowel de personele kosten als de materiële kosten namen toe, zij het in verschillende mate. Omdat het zaakvolume in 2020 afnam, terwijl de kosten licht toenamen, zijn de kosten voor een vergelijkbare hoeveelheid zaken in 2020 gestegen. Over de periode 2016-2020 nam het gewogen zaakvolume af. Van 2019 naar 2020 is de afname 14,6 procent. Een toenemend kostenniveau gecombineerd met afnemende gewogen zaakzwaarte, betekent dat de kostenproductiviteit afneemt (15,8 procent afname in 2020 ten opzichte van 2019).
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Groei 2020 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Personele kosten | 100 | 98 | 95 | 96 | 97 | 1,3% |
Overige materiële kosten | 100 | 85 | 82 | 86 | 88 | 1,9% |
Totale kosten | 100 | 94 | 91 | 93 | 94 | 1,4% |
Gewogen zaaksvolume | 100 | 94 | 88 | 86 | 73 | -14,6% |
Zaaksvolume per ingezette euro: kostenproductiviteit | 100 | 99 | 96 | 92 | 77 | -15,8% |
Alle gerechten hebben een zogenoemde werkvoorraad. Dit zijn zaken die wachten op behandeling, of zijn binnengekomen, maar nog niet zijn afgedaan. Tabel 8 toont de werkvoorraadontwikkeling per rechtsgebied. De totale werkvoorraad nam in 2020 toe met ruim 22.500 zaken ten opzichte van de voorraad een jaar eerder (plus 6 procent).
Bij de rechtbanken is de toename van de werkvoorraad vooral zichtbaar bij bestuurszaken en bij kantonstraf (overtredingen en Mulderzaken). De werkvoorraad bij handelszaken nam af. De oorzaak hiervan is de mutatie van de insolventiezaken: er is een beperktere instroom en een grotere uitstroom.
Bij de gerechtshoven nam de werkvoorraad licht toe. Een verschuiving is wel zichtbaar: de voorraad strafzaken neemt toe en de voorraad civiele zaken en belastingzaken neemt af.
Bij het CBb en de CRvB is de voorraad gedaald. Bij beide bijzondere colleges is de voorraad met ongeveer 1.000 zaken afgenomen. Bij het CBb is de relatieve daling ten opzichte van het voorgaande jaar het grootst. Bij het CBb is de absolute afname van de voorraad het grootst bij zaken die betrekking hebben op meststoffenwetgeving. Bij het CRvB is de absolute afname van de voorraad het grootst bij zaken die betrekking hebben op arbeidsongeschiktheid.
Werkvoorraad eind 2019 | Ontwikkeling werkvoorraad 2019 | Werkvoorraad eind 2020 | Ontwikkeling werkvoorraad 2020 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
gerelateerd aan instroom | vergeleken met voorraad 2018 | gerelateerd aan instroom | vergeleken met voorraad 2019 | ||||
Rechtbanken | |||||||
Civiel | 82.590 | -2% | -7% | 77.770 | -2% | -6% | |
-Handelszaken | 46.740 | -18% | -15% | 41.020 | -15% | -12% | |
-Familiezaken | 33.470 | 1% | 6% | 34.450 | 1% | 3% | |
-Beslissing president /civiel algemeen | 2.380 | 0% | -3% | 2.300 | 0% | -3% | |
Bestuur | 55.190 | 6% | 13% | 69.700 | 15% | 26% | |
-Bestuurszaken | 20.410 | 5% | 9% | 24.860 | 13% | 22% | |
-Vreemdelingenzaken | 10.110 | 6% | 35% | 10.960 | 3% | 8% | |
-Belastingzaken | 24.670 | 8% | 9% | 33.880 | 30% | 37% | |
Strafzaken 1) | 54.090 | 0% | 0% | 56.620 | 2% | 5% | |
Kanton | 141.090 | -1% | -7% | 153.210 | 1% | 9% | |
-Handelszaken | 33.870 | 1% | 11% | 40.290 | 2% | 19% | |
-Familiezaken | 91.900 | -1% | -6% | 87.830 | -1% | -4% | |
-Beslissing president /civiel algemeen | 580 | 1% | 5% | 670 | 2% | 16% | |
-Strafzaken + mulderzaken | 14.740 | -8% | -34% | 24.420 | 15% | 66% | |
Gerechtshoven | |||||||
Civiel | 10.460 | -4% | -5% | 10.120 | -3% | -3% | |
-Handelszaken | 7.390 | -10% | -8% | 7.160 | -4% | -3% | |
-Familiezaken | 3.070 | 3% | 6% | 2.960 | -2% | -4% | |
Belastingzaken | 5.200 | 28% | 38% | 4.610 | -16% | -11% | |
Strafzaken | 22.950 | 5% | 7% | 24.270 | 5% | 6% | |
CRvB | 8.670 | -26% | -14% | 7.730 | -21% | -11% | |
CBb | 3.180 | 4% | 3% | 2.070 | -88% | -35% | |
Totaal werkvoorraad | 383.420 | -0,6% | -2% | 406.100 | 2% | 6% | |
1) Voorraad ter zitting gebrachte zaken. |
Doorlooptijd gaat over hoelang de behandeling van een rechtszaak van begin tot het eind duurt. De doorlooptijd is gedefinieerd als de totale tijd die verstrijkt tussen het instromen en het uitstromen van een zaak bij 1 gerechtelijke instantie.
Er zijn normen geformuleerd voor de duur van rechtszaken. Daartoe zijn rechtszaken opgedeeld in 38 verschillende proceduretypen met ieder 1 of 2 eigen doorlooptijdnormen; 32 normen voor de rechtbanken en 15 voor de gerechtshoven. Die normen bestaan uit 2 elementen: de termijn waarbinnen een zaak afgehandeld dient te zijn en het percentage zaken dat binnen die termijn is afgehandeld.
Landelijk totaalbeeld
De afgelopen 5 jaar is de gemiddelde duur van rechtszaken (gewogen op de aantallen in 2020) toegenomen: bij de rechtbanken met 13 procent en bij de gerechtshoven met 27 procent. Oorzaken hiervoor zijn tekort aan rechters en raadsheren en in 2020 de zittingsuitval als gevolg van de coronacrisis. Er zijn grote verschillen zichtbaar tussen gerechten en zaakstromen.
Gemiddelde doorlooptijden rechtszaken in weken | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Gemiddelde doorlooptijden 2020 t.o.v. 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal rechtbanken | 12 | 11 | 12 | 12 | 13 | 13% |
Totaal gerechtshoven | 35 | 38 | 39 | 41 | 45 | 27% |
Weging op aantallen zaken 2020 |
Bij de rechtbanken is de gemiddelde duur van rechtszaken in 2020 vergeleken met 2016 met 13 procent afgenomen. Uit figuur 4 blijkt dat de mate waarin rechtszaken bij de rechtbanken aan de normduur voldoen in de periode 2016 t/m 2019 erg constant 92 procent is, maar in 2020 als gevolg van de coronacrisis is gedaald naar 87 procent. De grootste daling doet zich voor bij bestuursrecht, maar ook bij de andere rechtsgebieden is een daling te zien.
Jaar | Amsterdam | Den Haag | Gelderland | Limburg | Midden-Nederland | Noord-Holland | Noord-Nederland | Oost-Brabant | Overijssel | Rotterdam | Zeeland-West-Brabant | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | gemiddeld voldaan aan normstellingen | 88% | 85% | 90% | 87% | 90% | 85% | 83% | 85% | 91% | 88% | 82% | |
2018 t/m 2020 | gemiddeld voldaan aan normstellingen | 91% | 91% | 92% | 88% | 92% | 90% | 86% | 88% | 95% | 91% | 86% | |
Gemiddelde rechtbanken 2018-2020 | gemiddeld voldaan aan normstellingen | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
Bij de gerechtshoven is tussen 2016 en 2020 de gemiddelde doorlooptijd van rechtszaken toegenomen met ruim een kwart, van gemiddeld 35 naar gemiddeld 45 weken. In 2020 nam de gemiddelde duur met ongeveer 4 weken toe in vergelijking met 2019. De oorzaak hiervan ligt grotendeels in het feit dat een groot aantal fysieke zittingen niet kon doorgaan vanwege de coronacrisis. Ook was niet overal de personeelsbezetting op volle sterkte.
Uit figuur 5 blijkt dat sinds 2016 rechtszaken bij gerechtshoven steeds minder aan de normduur voldoen. In 2016 werd nog 73 procent van alle rechtszaken binnen de norm afgedaan, in 2020 was dat 58 procent. De grootste verslechtering is te zien bij strafzaken en belastingzaken.
Jaar | Amsterdam | Arnhem-Leeuwarden | Den Haag | 's-Hertogenbosch | |
---|---|---|---|---|---|
2020 | gemiddeld voldaan aan normstellingen | 55% | 53% | 71% | 54% |
2018 t/m 2020 | gemiddeld voldaan aan normstellingen | 65% | 58% | 75% | 60% |
Gemiddelde rechtbanken 2018-2020 | gemiddeld voldaan aan normstellingen | 64% | 64% | 64% | 64% |
Hieronder volgt per rechtsgebied een beschrijving van de ontwikkelingen in 2020.
Tabel 10 laat zien dat de duurnormen van kantonzaken in 2020 minder vaak zijn gehaald dan in 2019. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat door de coronacrisis gedurende een aantal maanden vrijwel geen kantonzittingen hebben plaatsgevonden. Met name de duurnormen voor rekesten arbeidsontbindingen op tegenspraak en handels-dagvaardingzaken werden in 2020 minder vaak gerealiseerd.
De norm voor de overtredingszaken en handels-dagvaardingszaken met verweer (norm 1) wordt al sinds 2016 elk jaar gehaald. Dat geldt ook, behalve in 2020, voor voorlopige voorzieningen. De norm voor Mulderzaken is nog geen enkel jaar gehaald, maar is wel verbeterd ten opzichte van 2016. Gemiddeld duurde in 2020 een kantonzaak bij de rechtbank 9 weken.
Kantonzaken | Norm | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 t.o.v.2016 | ||
Handels- dagvaardingszaken met verweer - norm 1 | 90% | ≤ 1 jaar | 94% | 93% | 93% | 93% | 90% | -5% | |
Handels- dagvaardingszaken met verweer - norm 2 | 75% | ≤ 6 mnd. | 77% | 73% | 72% | 72% | 61% | -20% | |
Rekesten arbeidsontbindingen op tegenspraak | 95% | ≤ 3 mnd. | 86% | 79% | 76% | 75% | 63% | -26% | |
Handelsrekesten, niet-arbeidszaken | 95% | ≤ 6 mnd. | 87% | 87% | 88% | 86% | 81% | -7% | |
Handels- dagvaardingszaken zonder verweer (verstek) | 90% | ≤ 6 wkn. | 98% | 98% | 98% | 96% | 85% | -13% | |
Voorlopige voorzieningen | 95% | ≤ 3 mnd. | 95% | 95% | 96% | 96% | 92% | -4% | |
Overtredingszaken | 85% | ≤ 1 mnd. | 90% | 92% | 93% | 91% | 92% | 2% | |
Mulderzaken | 80% | ≤ 3 mnd. | 35% | 55% | 48% | 50% | 45% | 28% | |
Gemiddeld voldaan aan de normpercentages | 100% of hoger | 94% | 95% | 94% | 93% | 86% | -8% | ||
Gemiddelde doorlooptijd (gewogen gemiddelde) in weken Weging op aantallen zaken 2020 | 7 | 6 | 7 | 7 | 9 | 26% |
Handelszaken met verweer | Percentage zaken afgedaan binnen 6 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 64% | 80% | 79% | 75% | 78% | 75% | 72% | 74% | 79% | 82% | 78% | 77% | 75% | |
2017 | 60% | 82% | 69% | 74% | 74% | 74% | 65% | 67% | 79% | 78% | 73% | 73% | 75% | |
2018 | 59% | 80% | 69% | 76% | 71% | 73% | 62% | 66% | 80% | 81% | 72% | 72% | 75% | |
2019 | 65% | 80% | 73% | 74% | 72% | 67% | 63% | 64% | 79% | 80% | 72% | 72% | 75% | |
2020 | 58% | 64% | 67% | 60% | 69% | 55% | 58% | 43% | 71% | 74% | 55% | 61% | 75% | |
2018 t/m 2020 | 61% | 75% | 70% | 70% | 71% | 65% | 61% | 58% | 77% | 78% | 66% | 69% | 75% | |
Handelszaken met verweer | Percentage zaken afgedaan binnen 1 jaar | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 91% | 93% | 95% | 94% | 96% | 94% | 93% | 94% | 96% | 95% | 95% | 94% | 90% | |
2017 | 91% | 95% | 91% | 94% | 95% | 94% | 92% | 92% | 95% | 93% | 93% | 93% | 90% | |
2018 | 88% | 95% | 93% | 95% | 95% | 93% | 92% | 91% | 96% | 94% | 92% | 93% | 90% | |
2019 | 88% | 96% | 93% | 96% | 96% | 92% | 92% | 90% | 94% | 95% | 94% | 93% | 90% | |
2020 | 91% | 89% | 92% | 89% | 94% | 90% | 90% | 82% | 93% | 94% | 82% | 90% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 89% | 93% | 92% | 93% | 95% | 92% | 91% | 88% | 95% | 95% | 89% | 92% | 90% | |
Handelszaken zonder verweer (verstek) | Percentage zaken afgedaan binnen 6 weken | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 95% | 98% | 99% | 99% | 98% | 96% | 97% | 99% | 100% | 98% | 97% | 98% | 90% | |
2017 | 95% | 98% | 99% | 99% | 96% | 95% | 99% | 99% | 100% | 97% | 97% | 98% | 90% | |
2018 | 95% | 96% | 98% | 99% | 98% | 98% | 98% | 99% | 100% | 99% | 97% | 98% | 90% | |
2019 | 90% | 96% | 98% | 99% | 98% | 92% | 90% | 99% | 99% | 99% | 96% | 96% | 90% | |
2020 | 76% | 92% | 82% | 83% | 82% | 79% | 84% | 91% | 95% | 89% | 86% | 85% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 87% | 95% | 93% | 94% | 93% | 90% | 91% | 96% | 98% | 95% | 93% | 93% | 90% | |
Arbeidsontbindingen op tegenspraak | Percentage zaken afgedaan binnen 3 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 80% | 88% | 78% | 89% | 90% | 86% | 88% | 88% | 94% | 84% | 86% | 86% | 95% | |
2017 | 71% | 80% | 73% | 84% | 88% | 68% | 82% | 80% | 91% | 82% | 79% | 79% | 95% | |
2018 | 68% | 72% | 75% | 82% | 75% | 75% | 76% | 86% | 81% | 79% | 78% | 76% | 95% | |
2019 | 68% | 68% | 72% | 86% | 77% | 70% | 87% | 76% | 81% | 76% | 75% | 75% | 95% | |
2020 | 57% | 60% | 64% | 71% | 67% | 46% | 65% | 73% | 83% | 61% | 63% | 63% | 95% | |
2018 t/m 2020 | 64% | 66% | 70% | 79% | 73% | 63% | 76% | 78% | 82% | 72% | 72% | 71% | 95% | |
Handelsrekesten, niet-arbeidszaken | Percentage zaken afgedaan binnen 6 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 80% | 87% | 84% | 87% | 80% | 82% | 78% | 75% | 89% | 91% | 93% | 87% | 95% | |
2017 | 79% | 88% | 84% | 84% | 87% | 80% | 81% | 73% | 90% | 85% | 95% | 87% | 95% | |
2018 | 82% | 91% | 80% | 81% | 87% | 79% | 77% | 79% | 92% | 91% | 95% | 88% | 95% | |
2019 | 83% | 87% | 87% | 82% | 84% | 85% | 78% | 82% | 90% | 88% | 92% | 86% | 95% | |
2020 | 74% | 79% | 80% | 83% | 77% | 87% | 84% | 79% | 69% | 81% | 87% | 81% | 95% | |
2018 t/m 2020 | 80% | 86% | 83% | 82% | 83% | 84% | 80% | 80% | 84% | 87% | 92% | 85% | 95% | |
Kort gedingen / vovo's | Percentage zaken afgedaan binnen 3 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 97% | 95% | 95% | 96% | 97% | 96% | 97% | 95% | 96% | 90% | 97% | 95% | 95% | |
2017 | 98% | 92% | 95% | 94% | 98% | 95% | 92% | 92% | 96% | 92% | 93% | 95% | 95% | |
2018 | 97% | 94% | 97% | 97% | 95% | 96% | 96% | 95% | 94% | 95% | 96% | 96% | 95% | |
2019 | 97% | 92% | 96% | 97% | 97% | 96% | 96% | 98% | 92% | 96% | 95% | 96% | 95% | |
2020 | 93% | 89% | 94% | 92% | 95% | 91% | 86% | 95% | 94% | 91% | 94% | 92% | 95% | |
2018 t/m 2020 | 96% | 92% | 95% | 95% | 95% | 94% | 93% | 96% | 93% | 94% | 95% | 95% | 95% | |
Overtredingszaken | Percentage zaken afgedaan binnen 1 maand | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 95% | 88% | 94% | 92% | 87% | 93% | 86% | 92% | 92% | 89% | 87% | 90% | 85% | |
2017 | 92% | 95% | 94% | 91% | 90% | 93% | 92% | 96% | 90% | 90% | 90% | 92% | 85% | |
2018 | 96% | 94% | 92% | 85% | 93% | 94% | 94% | 89% | 86% | 93% | 88% | 93% | 85% | |
2019 | 94% | 91% | 90% | 58% | 92% | 94% | 94% | 94% | 90% | 93% | 89% | 91% | 85% | |
2020 | 94% | 93% | 95% | 86% | 88% | 91% | 91% | 92% | 90% | 94% | 94% | 92% | 85% | |
2018 t/m 2020 | 95% | 93% | 92% | 76% | 91% | 93% | 93% | 92% | 89% | 93% | 90% | 92% | 85% | |
Mulderzaken | Percentage zaken afgedaan binnen 3 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 12% | 25% | 27% | 34% | 57% | 31% | 76% | 4% | 74% | 31% | 30% | 35% | 80% | |
2017 | 33% | 74% | 41% | 16% | 67% | 51% | 84% | 12% | 71% | 67% | 44% | 55% | 80% | |
2018 | 43% | 57% | 48% | 15% | 53% | 51% | 67% | 23% | 77% | 56% | 43% | 48% | 80% | |
2019 | 74% | 29% | 48% | 27% | 57% | 61% | 26% | 33% | 71% | 66% | 29% | 50% | 80% | |
2020 | 50% | 40% | 44% | 48% | 45% | 41% | 20% | 59% | 44% | 63% | 23% | 45% | 80% | |
2018 t/m 2020 | 56% | 42% | 47% | 30% | 52% | 51% | 38% | 38% | 64% | 61% | 32% | 47% | 80% |
Uit tabel 11 valt op te maken dat familierechtelijke procedures bij de rechtbanken al geruime tijd vrijwel geheel voldoen aan de gestelde normen. Alleen de duur van de behandeling van verzoeken om een kind onder toezicht te stellen, ligt nog ver van de norm van 80 procent binnen 3 weken. Bovendien is hierop geen verbetering te zien, in 2020 juist (mogelijk door de coronacrisis) een verslechtering. De duurnorm voor zaken over omgang en gezag wordt elk jaar iets minder vaak gehaald. Ondanks de coronacrisis geldt voor de meeste zaken echter dat deze ook in 2020 nagenoeg binnen de gestelde duurnorm zijn afgedaan. De gemiddelde duur van familierechtelijke zaken bij rechtbanken is iets langer geworden in vergelijking met 2016. In 2020 was de duur gemiddeld 15 weken.
De behandeling van familierekesten in hoger beroep is sinds 2016 wat langer gaan duren: in 2016 duurde het gemiddeld 32 weken, in 2020 gemiddeld 36 weken. Vooral de duur van jeugdbeschermingszaken blijft achter op de norm.
Familiezaken rechtbanken | Norm | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 t.o.v.2016 | ||
Scheidingszaken totaal (exclusief vovo's) | 95% | ≤ 1 jaar | 94% | 94% | 94% | 94% | 94% | 0% | |
- waarvan op gemeenschappelijk verzoek | 95% | ≤ 2 mnd. | 94% | 96% | 96% | 96% | 95% | 2% | |
Alimentatiezaken, bijstandsverhaal | 90% | ≤ 1 jaar | 93% | 93% | 91% | 91% | 87% | -6% | |
Omgang- en gezagzaken | 85% | ≤ 1 jaar | 85% | 83% | 82% | 81% | 79% | -7% | |
Jeugdbeschermingszaken kinderrechter | 90% | ≤ 3 mnd. | 89% | 89% | 88% | 88% | 87% | -2% | |
- waarvan eerste verzoeken tot OTS | 80% | ≤ 3 wkn. | 66% | 59% | 59% | 59% | 57% | -13% | |
Gemiddeld voldaan aan de normpercentages | 100% of hoger | 97% | 96% | 95% | 95% | 93% | -4% | ||
Gemiddelde doorlooptijd (gewogen gemiddelde) in weken Weging op aantallen zaken 2019 | 14 | 14 | 14 | 14 | 15 | 7% | |||
Familiezaken gerechtshoven | Norm | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 t.o.v.2016 | ||
Familierekesten | 90% | ≤ 1 jaar | 91% | 87% | 87% | 88% | 86% | -6% | |
- waarvan Jeugdbeschermingszaken | 90% | ≤ 4 mnd. | 77% | 69% | 76% | 72% | 70% | -9% | |
Gemiddeld voldaan aan de normpercentages | 100% of hoger | 93% | 86% | 90% | 89% | 86% | -7% | ||
Gemiddelde doorlooptijd (gewogen gemiddelde) in weken Weging op aantallen zaken 2019 | 32 | 35 | 34 | 34 | 36 | 13% |
Scheidingszaken op gemeenschappelijk verzoek | Percentage zaken afgedaan binnen 2 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 98% | 92% | 97% | 86% | 96% | 92% | 86% | 91% | 98% | 96% | 86% | 94% | 95% | |
2017 | 98% | 90% | 97% | 95% | 97% | 93% | 90% | 94% | 99% | 96% | 92% | 96% | 95% | |
2018 | 98% | 91% | 97% | 98% | 97% | 93% | 87% | 96% | 99% | 97% | 93% | 96% | 95% | |
2019 | 98% | 82% | 98% | 96% | 98% | 95% | 90% | 95% | 99% | 96% | 93% | 96% | 95% | |
2020 | 99% | 73% | 98% | 97% | 93% | 90% | 88% | 90% | 99% | 93% | 91% | 95% | 95% | |
2018 t/m 2020 | 98% | 82% | 98% | 97% | 96% | 92% | 88% | 94% | 99% | 95% | 92% | 96% | 95% | |
Scheidingszaken totaal (exclusief vovo's) | Percentage zaken afgedaan binnen 1 jaar | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 96% | 93% | 92% | 93% | 93% | 93% | 89% | 94% | 98% | 94% | 90% | 94% | 95% | |
2017 | 96% | 92% | 94% | 94% | 93% | 93% | 90% | 94% | 98% | 95% | 90% | 94% | 95% | |
2018 | 96% | 89% | 95% | 96% | 93% | 92% | 87% | 96% | 98% | 91% | 91% | 94% | 95% | |
2019 | 95% | 89% | 95% | 96% | 95% | 93% | 87% | 95% | 98% | 93% | 89% | 94% | 95% | |
2020 | 96% | 84% | 96% | 96% | 92% | 88% | 89% | 92% | 99% | 90% | 89% | 94% | 95% | |
2018 t/m 2020 | 96% | 87% | 95% | 96% | 93% | 91% | 88% | 94% | 98% | 92% | 90% | 94% | 95% | |
Alimentatiezaken, bijstandsverhaal | Percentage zaken afgedaan binnen 1 jaar | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 87% | 92% | 97% | 90% | 93% | 95% | 89% | 97% | 97% | 93% | 90% | 93% | 90% | |
2017 | 91% | 92% | 97% | 93% | 96% | 92% | 90% | 97% | 95% | 93% | 88% | 93% | 90% | |
2018 | 90% | 90% | 96% | 91% | 94% | 88% | 78% | 97% | 97% | 91% | 86% | 91% | 90% | |
2019 | 88% | 92% | 97% | 95% | 94% | 89% | 84% | 95% | 95% | 88% | 85% | 91% | 90% | |
2020 | 83% | 82% | 96% | 91% | 91% | 83% | 87% | 84% | 95% | 86% | 82% | 87% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 87% | 88% | 97% | 92% | 93% | 87% | 83% | 92% | 96% | 88% | 85% | 89% | 90% | |
Omgangs- en gezagszaken | Percentage zaken afgedaan binnen 1 jaar | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 85% | 86% | 83% | 79% | 88% | 87% | 92% | 86% | 85% | 83% | 74% | 85% | 85% | |
2017 | 85% | 81% | 78% | 80% | 86% | 80% | 89% | 88% | 80% | 82% | 71% | 83% | 85% | |
2018 | 84% | 83% | 77% | 78% | 82% | 80% | 89% | 83% | 80% | 79% | 69% | 82% | 85% | |
2019 | 85% | 80% | 82% | 74% | 82% | 82% | 87% | 80% | 78% | 78% | 69% | 81% | 85% | |
2020 | 84% | 74% | 85% | 76% | 77% | 77% | 87% | 80% | 76% | 79% | 67% | 79% | 85% | |
2018 t/m 2020 | 84% | 79% | 81% | 76% | 81% | 79% | 88% | 81% | 78% | 79% | 68% | 81% | 85% | |
Jeugdbeschermingszaken kinderrechter (OTS en UHP) | Percentage zaken afgedaan binnen 3 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 85% | 83% | 93% | 92% | 89% | 90% | 90% | 90% | 90% | 86% | 87% | 89% | 90% | |
2017 | 87% | 84% | 93% | 93% | 92% | 90% | 89% | 93% | 88% | 83% | 84% | 89% | 90% | |
2018 | 85% | 83% | 92% | 93% | 90% | 88% | 91% | 93% | 88% | 83% | 86% | 88% | 90% | |
2019 | 85% | 83% | 93% | 92% | 88% | 88% | 90% | 92% | 90% | 84% | 82% | 88% | 90% | |
2020 | 86% | 79% | 93% | 89% | 88% | 86% | 88% | 91% | 84% | 86% | 82% | 87% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 85% | 82% | 93% | 91% | 89% | 87% | 90% | 92% | 87% | 84% | 83% | 88% | 90% | |
- waarvan eerste verzoeken OTS | Percentage zaken afgedaan binnen 3 weken | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 70% | 72% | 53% | 64% | 67% | 69% | 72% | 81% | 80% | 49% | 66% | 66% | 80% | |
2017 | 70% | 72% | 56% | 46% | 51% | 65% | 74% | 62% | 75% | 40% | 60% | 59% | 80% | |
2018 | 62% | 55% | 60% | 65% | 69% | 66% | 57% | 45% | 78% | 40% | 63% | 59% | 80% | |
2019 | 64% | 51% | 63% | 71% | 57% | 58% | 54% | 47% | 81% | 52% | 55% | 59% | 80% | |
2020 | 56% | 55% | 46% | 58% | 70% | 54% | 55% | 45% | 67% | 62% | 58% | 57% | 80% | |
2018 t/m 2020 | 61% | 54% | 56% | 65% | 65% | 60% | 55% | 46% | 75% | 51% | 59% | 58% | 80% |
Uit tabel 12 blijkt dat de behandeling van civiele handelszaken door rechtbanken in 2020 vergeleken met 2019 wat minder vaak binnen de duurnorm viel. Alleen voor zaken waarin faillissementen worden afgehandeld, is de duurnorm wat vaker gehaald dan in 2019. De eerste norm voor handels-dagvaardingszaken met verweer is in 2020 net zo vaak gehaald als in 2019, de tweede norm wat minder vaak. De gemiddelde duur van handelszaken was 39 weken, net als in 2019. Afgezien van 2020 zijn er wat betreft dit rechtsgebied de afgelopen jaren geen grote veranderingen wat betreft het halen van de duurnorm. Alleen voor zaken waarin faillissementen worden afgehandeld, werd de norm minder vaak gehaald dan in 2016. In 2020 is hier juist een verbetering opgetreden.
De mate waarin handelszaken in hoger beroep aan de duurnormen voldoen, is in 2020 afgenomen als gevolg van de coronacrisis. Dit geldt vooral voor de afhandeling van insolventierekesten en handelsrekesten (niet insolventie).
In de afgelopen jaren was, afgezien van 2020, voor de afhandeling van insolventierekesten een verbetering te zien in de mate waarin de duurnorm werd gehaald. De mate waarin de afhandeling van handelsrekesten (niet insolventie) en dag- vaardingszaken handel en verdeling gemeenschap binnen de norm viel, verslechterde juist sinds 2016. Voor de duur van handelszaken bij gerechtshoven geldt dat de realisatie nog ver van de gewenste duurnormen verwijderd is.
De gemiddelde doorlooptijd van handelszaken bij de gerechtshoven was in 2020 66 weken, een week langer dan in 2019 en 6 weken langer dan in 2016.
Civiele handelszaken rechtbanken | Norm | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 t.o.v.2016 | ||
Handels- dagvaardingszaken met verweer - norm 1 | 90% | ≤ 2 jaar | 89% | 91% | 90% | 90% | 90% | 1% | |
Handels- dagvaardingszaken met verweer - norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 65% | 64% | 62% | 65% | 60% | -8% | |
Handels- dagvaardingszaken zonder verweer (verstek) | 90% | ≤ 6 wkn. | 78% | 81% | 80% | 80% | 75% | -5% | |
Beëindigde faillissementen | 90% | ≤ 3 jaar | 72% | 69% | 65% | 63% | 68% | -6% | |
Handelsrekesten (vooral insolventierekesten) | 90% | ≤ 3 mnd. | 76% | 79% | 81% | 81% | 77% | 1% | |
Kort gedingen / vovo's (inclusief familierecht) | 95% | ≤ 3 mnd. | 92% | 93% | 93% | 93% | 88% | -5% | |
Gemiddeld voldaan aan de normpercentages | 100% of hoger | 90% | 91% | 90% | 90% | 87% | -3% | ||
Gemiddelde doorlooptijd (gewogen gemiddelde) in weken Weging op aantallen zaken 2019 | 36 | 37 | 38 | 39 | 39 | 9% | |||
Civiel - handelszaken gerechtshoven | Norm | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 t.o.v.2016 | ||
Dagvaardingszaken handel en verdeling gemeenschap - norm 1 | 90% | ≤ 2 jaar | 81% | 80% | 78% | 78% | 81% | 0% | |
Dagvaardingszaken handel en verdeling gemeenschap - norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 46% | 42% | 39% | 40% | 38% | -17% | |
Insolventierekesten | 90% | ≤ 2 mnd. | 46% | 45% | 68% | 70% | 61% | 34% | |
Handelsrekesten, niet insolventie | 90% | ≤ 6 mnd. | 52% | 48% | 51% | 45% | 38% | -27% | |
Gemiddeld voldaan aan de normpercentages | 100% of hoger | 69% | 64% | 70% | 69% | 64% | -6% | ||
Gemiddelde doorlooptijd (gewogen gemiddelde) in weken Weging op aantallen zaken 2019 | 60 | 64 | 66 | 65 | 66 | 9% |
Handelszaken met verweer | Percentage zaken afgedaan binnen 1 jaar | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 66% | 76% | 76% | 50% | 65% | 66% | 51% | 58% | 67% | 70% | 63% | 65% | 70% | |
2017 | 66% | 70% | 75% | 50% | 64% | 62% | 53% | 59% | 66% | 68% | 64% | 64% | 70% | |
2018 | 59% | 69% | 63% | 57% | 49% | 65% | 55% | 63% | 67% | 69% | 72% | 62% | 70% | |
2019 | 62% | 69% | 66% | 62% | 55% | 72% | 55% | 63% | 68% | 66% | 68% | 65% | 70% | |
2020 | 51% | 51% | 80% | 56% | 71% | 72% | 49% | 52% | 66% | 62% | 57% | 60% | 70% | |
2018 t/m 2020 | 57% | 63% | 70% | 58% | 58% | 70% | 53% | 59% | 67% | 66% | 65% | 62% | 70% | |
Handelszaken met verweer | Percentage zaken afgedaan binnen 2 jaar | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 89% | 93% | 93% | 83% | 88% | 89% | 81% | 87% | 92% | 89% | 88% | 89% | 90% | |
2017 | 94% | 94% | 94% | 85% | 92% | 91% | 84% | 88% | 90% | 90% | 89% | 91% | 90% | |
2018 | 91% | 94% | 92% | 87% | 86% | 94% | 85% | 89% | 90% | 91% | 91% | 90% | 90% | |
2019 | 93% | 93% | 84% | 90% | 78% | 92% | 86% | 89% | 91% | 91% | 89% | 90% | 90% | |
2020 | 94% | 90% | 93% | 86% | 91% | 91% | 82% | 89% | 91% | 87% | 89% | 90% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 93% | 92% | 90% | 88% | 85% | 92% | 84% | 89% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | |
Handelszaken zonder verweer (verstek) | Percentage zaken afgedaan binnen 6 weken | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 84% | 67% | 80% | 76% | 85% | 83% | 57% | 76% | 82% | 83% | 85% | 78% | 90% | |
2017 | 81% | 74% | 85% | 83% | 91% | 78% | 70% | 89% | 77% | 80% | 82% | 81% | 90% | |
2018 | 78% | 80% | 55% | 84% | 40% | 76% | 84% | 84% | 85% | 85% | 76% | 80% | 90% | |
2019 | 90% | 72% | 65% | 70% | 91% | 75% | 81% | 87% | 86% | 76% | 79% | 80% | 90% | |
2020 | 85% | 72% | 80% | 60% | 86% | 84% | 64% | 82% | 84% | 60% | 63% | 75% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 84% | 74% | 67% | 71% | 72% | 78% | 77% | 84% | 85% | 73% | 72% | 78% | 90% | |
Handelsrekesten (vooral insolventie) | Percentage zaken afgedaan binnen 3 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 79% | 78% | 90% | 56% | 75% | 78% | 79% | 66% | 46% | 84% | 80% | 76% | 90% | |
2017 | 71% | 74% | 84% | 79% | 80% | 80% | 77% | 76% | 82% | 83% | 85% | 79% | 90% | |
2018 | 71% | 77% | 85% | 68% | 83% | 81% | 78% | 77% | 87% | 88% | 87% | 81% | 90% | |
2019 | 63% | 78% | 85% | 83% | 86% | 77% | 78% | 77% | 89% | 87% | 84% | 81% | 90% | |
2020 | 67% | 70% | 75% | 71% | 75% | 71% | 75% | 72% | 83% | 90% | 79% | 77% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 67% | 75% | 82% | 74% | 81% | 77% | 77% | 75% | 86% | 88% | 83% | 80% | 90% | |
Beëindigde faillissementen | Percentage zaken afgedaan binnen 3 jaar | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 77% | 63% | 79% | 63% | 84% | 80% | 67% | 61% | 74% | 75% | 72% | 72% | 90% | |
2017 | 72% | 64% | 77% | 51% | 77% | 79% | 65% | 59% | 71% | 71% | 71% | 69% | 90% | |
2018 | 72% | 65% | 71% | 53% | 77% | 71% | 53% | 50% | 65% | 71% | 62% | 65% | 90% | |
2019 | 63% | 61% | 75% | 49% | 73% | 73% | 57% | 53% | 65% | 71% | 57% | 63% | 90% | |
2020 | 73% | 67% | 72% | 55% | 78% | 76% | 58% | 59% | 65% | 78% | 59% | 68% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 69% | 64% | 73% | 52% | 76% | 73% | 56% | 54% | 65% | 73% | 59% | 65% | 90% | |
Kort gedingen / vovo 's (inclusief familierecht) | Percentage zaken afgedaan binnen 3 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 91% | 90% | 93% | 92% | 94% | 92% | 94% | 85% | 92% | 94% | 94% | 92% | 95% | |
2017 | 94% | 90% | 94% | 93% | 92% | 93% | 93% | 88% | 93% | 94% | 94% | 93% | 95% | |
2018 | 95% | 92% | 95% | 95% | 93% | 90% | 93% | 89% | 91% | 95% | 95% | 93% | 95% | |
2019 | 92% | 95% | 93% | 95% | 91% | 92% | 91% | 91% | 92% | 93% | 94% | 93% | 95% | |
2020 | 89% | 85% | 87% | 91% | 84% | 88% | 89% | 82% | 90% | 91% | 92% | 88% | 95% | |
2018 t/m 2020 | 92% | 91% | 92% | 94% | 89% | 90% | 91% | 87% | 91% | 93% | 93% | 91% | 95% |
Handelszaken dagvaardingszaken | Percentage zaken afgedaan binnen 1 jaar | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 55% | 36% | 57% | 40% | 46% | 70% | ||
2017 | 50% | 31% | 57% | 34% | 42% | 70% | ||
2018 | 46% | 31% | 50% | 35% | 39% | 70% | ||
2019 | 44% | 34% | 50% | 37% | 40% | 70% | ||
2020 | 37% | 34% | 47% | 37% | 38% | 70% | ||
2018 t/m 2020 | 42% | 33% | 49% | 36% | 39% | 70% | ||
Handelszaken dagvaardingszaken | Percentage zaken afgedaan binnen 2 jaar | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 88% | 73% | 88% | 81% | 82% | 90% | ||
2017 | 87% | 71% | 86% | 78% | 80% | 90% | ||
2018 | 85% | 68% | 85% | 80% | 78% | 90% | ||
2019 | 86% | 71% | 87% | 76% | 78% | 90% | ||
2020 | 85% | 76% | 89% | 78% | 81% | 90% | ||
2018 t/m 2020 | 85% | 72% | 87% | 78% | 79% | 90% | ||
Insolventierekesten | Percentage zaken afgedaan binnen 2 maanden | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 78% | 29% | 62% | 33% | 46% | 90% | ||
2017 | 58% | 59% | 24% | 44% | 45% | 90% | ||
2018 | 73% | 71% | 88% | 41% | 68% | 90% | ||
2019 | 47% | 69% | 72% | 84% | 70% | 90% | ||
2020 | 54% | 65% | 69% | 52% | 61% | 90% | ||
2018 t/m 2020 | 58% | 68% | 76% | 59% | 66% | 90% | ||
Handelsrekesten, niet insolventie | Percentage zaken afgedaan binnen 6 maanden | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 46% | 66% | 65% | 65% | 60% | 90% | ||
2017 | 30% | 63% | 48% | 63% | 48% | 90% | ||
2018 | 30% | 72% | 41% | 68% | 51% | 90% | ||
2019 | 25% | 61% | 41% | 58% | 45% | 90% | ||
2020 | 18% | 55% | 37% | 47% | 38% | 90% | ||
2018 t/m 2020 | 24% | 63% | 40% | 58% | 45% | 90% | ||
Gerealiseerde doorlooptijden Familie (civiel recht), hoven | ||||||||
Familierekesten | Percentage zaken afgedaan binnen 1 jaar | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 89% | 92% | 92% | 88% | 91% | 90% | ||
2017 | 85% | 88% | 87% | 85% | 87% | 90% | ||
2018 | 81% | 91% | 89% | 78% | 87% | 90% | ||
2019 | 77% | 91% | 93% | 85% | 88% | 90% | ||
2020 | 78% | 88% | 91% | 81% | 86% | 90% | ||
2018 t/m 2020 | 79% | 90% | 91% | 82% | 87% | 90% | ||
- waarvan Jeugdbeschermingszaken | Percentage zaken afgedaan binnen 4 maanden | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 72% | 69% | 87% | 80% | 77% | 90% | ||
2017 | 63% | 59% | 78% | 81% | 69% | 90% | ||
2018 | 56% | 73% | 90% | 79% | 76% | 90% | ||
2019 | 42% | 72% | 94% | 76% | 72% | 90% | ||
2020 | 42% | 67% | 87% | 79% | 70% | 90% | ||
2018 t/m 2020 | 47% | 71% | 90% | 78% | 73% | 90% |
In tabel 13 zien we dat ondanks het feit dat door de coronacrisis ongeveer 2 maanden lang een groot deel van de strafzittingen niet doorging, de doorlooptijd bij de rechtbanken redelijk op peil is gebleven. Iets minder meervoudige strafkamer (MK)-zaken en raadkamerzaken (niet over voorlopige hechtenis) werden binnen de duurnorm afgehandeld. Voor de overige zaakstromen werd de norm net zo vaak gehaald als in 2019. De mate waarin strafzaken bij rechtbanken aan de duurnormen voldoen, is (afgezien van 2020) sinds 2016 redelijk stabiel. Raadkamerzaken (over voorlopige hechtenis) worden vrijwel altijd binnen 2 weken afgehandeld.
Het aantal MK-strafzaken dat binnen de norm van 6 maanden wordt afgedaan, ligt rond de 80 procent. De norm dat 90 procent binnen die 6 maanden wordt afgehandeld, wordt niet gehaald. Dat laatste geldt ook voor raadkamerzaken (niet over voorlopige hechtenis). De gemiddelde doorlooptijd van strafzaken bij de rechtbanken is ongeveer 7 tot 8 weken.
Bij de gerechtshoven zijn de meeste zaaktypen binnen het strafrecht nog ver van de duurnormen verwijderd. Dit is al jaren het geval en er is eerder sprake van een verslechtering dan van een verbetering. Dit heeft onder andere te maken met een tekort aan raadsherencapaciteit. In 2020 kwam daar de zittingsuitval door de coronacrisis bij. De gemiddelde doorlooptijd is de afgelopen 5 jaar toegenomen van 28 naar 38 weken. Vooral bij de enkelvoudige strafkamer (EK)-zaken wordt de duurnorm lang niet gehaald, net als de raadkamerzaken die niet over de voorlopige hechtenis gaan. Wat raadkamerzaken over voorlopige hechtenis betreft, was het percentage dat binnen de norm van 2 weken is behandeld in 2019 vrijwel gelijk aan het percentage in 2015. In 2020 was dit echter een stuk lager.
Strafzaken rechtbanken | Norm | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 t.o.v. 2016 | ||
Strafzaken MK (= meervoudig behandeld) | 90% | ≤ 6 mnd. | 83% | 81% | 82% | 80% | 76% | -7% | |
Politierechterzaken (incl. economische) | 90% | ≤ 5 wkn. | 86% | 88% | 87% | 89% | 90% | 5% | |
Strafzaken bij de kinderrechter (EK) | 85% | ≤ 5 wkn. | 80% | 80% | 81% | 85% | 86% | 7% | |
Raadkamerzaken m.b.t. voorlopige hechtenis | 100% | ≤ 2 wkn. | 99% | 99% | 99% | 99% | 100% | 0% | |
Raadkamerzaken niet voorlopige hechtenis | 85% | ≤ 4 mnd. | 74% | 73% | 78% | 79% | 72% | -2% | |
Gemiddeld voldaan aan de normpercentages | 100% of hoger | 94% | 93% | 95% | 96% | 94% | 1% | ||
Gemiddelde doorlooptijd (gewogen gemiddelde) in weken Weging op aantallen zaken 2019 | 8 | 7 | 7 | 7 | 8 | -7% | |||
Strafzaken gerechtshoven | Norm | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 t.o.v. 2016 | ||
Meervoudige Kamer-zaken | 85% | ≤ 9 mnd. | 64% | 65% | 62% | 51% | 38% | -39% | |
EK-strafzaken, niet kantonappellen | 85% | ≤ 6 mnd. | 49% | 50% | 36% | 35% | 16% | -67% | |
EK-strafzaken, kantonappellen | 85% | ≤ 6 mnd. | 61% | 57% | 38% | 37% | 14% | -78% | |
Raadkamer m.b.t. Voorlopige Hechtenis | 90% | ≤ 2 wkn. | 71% | 80% | 72% | 72% | 52% | -27% | |
Raadkamer niet m.b.t. Voorlopige Hechtenis | 80% | ≤ 4 mnd. | 51% | 50% | 44% | 40% | 31% | -39% | |
Klachten niet vervolgen (12 Sv) | 85% | ≤ 6 mnd. | 32% | 30% | 34% | 30% | 28% | -14% | |
Uitwerken (MK) strafzaak i.v.m. cassatie | 100% | ≤ 6 mnd. | 66% | 68% | 65% | 65% | 72% | 8% | |
Gemiddeld voldaan aan de normpercentages | 100% of hoger | 65% | 65% | 58% | 54% | 41% | -36% | ||
Gemiddelde doorlooptijd (gewogen gemiddelde) in weken Weging op aantallen zaken 2019 | 28 | 28 | 31 | 33 | 38 | 39% |
Strafzaken MK (=meervoudig behandeld) | Percentage zaken afgedaan binnen 6 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 86% | 83% | 78% | 73% | 85% | 89% | 86% | 81% | 82% | 83% | 78% | 83% | 90% | |
2017 | 84% | 82% | 80% | 69% | 88% | 88% | 85% | 76% | 80% | 80% | 73% | 81% | 90% | |
2018 | 85% | 78% | 82% | 70% | 88% | 86% | 84% | 84% | 76% | 81% | 79% | 82% | 90% | |
2019 | 81% | 73% | 81% | 77% | 85% | 88% | 83% | 83% | 76% | 76% | 75% | 80% | 90% | |
2020 | 84% | 72% | 73% | 71% | 76% | 85% | 78% | 80% | 68% | 77% | 74% | 76% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 83% | 74% | 79% | 73% | 83% | 86% | 82% | 82% | 73% | 78% | 76% | 79% | 90% | |
Politierechterzaken (incl. economische) | Percentage zaken afgedaan binnen 5 weken | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 83% | 86% | 84% | 84% | 86% | 92% | 77% | 91% | 87% | 88% | 88% | 86% | 90% | |
2017 | 89% | 91% | 86% | 83% | 87% | 89% | 85% | 91% | 85% | 87% | 87% | 88% | 90% | |
2018 | 88% | 91% | 85% | 85% | 86% | 91% | 88% | 90% | 82% | 85% | 85% | 87% | 90% | |
2019 | 87% | 90% | 88% | 87% | 89% | 89% | 90% | 91% | 89% | 89% | 88% | 89% | 90% | |
2020 | 89% | 92% | 88% | 90% | 91% | 91% | 89% | 91% | 90% | 88% | 91% | 90% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 88% | 91% | 87% | 88% | 89% | 90% | 89% | 91% | 87% | 87% | 88% | 89% | 90% | |
Strafzaken bij de kinderrechter (enkelvoudig) | Percentage zaken afgedaan binnen 5 weken | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 81% | 79% | 77% | 84% | 75% | 84% | 79% | 93% | 76% | 80% | 79% | 80% | 85% | |
2017 | 84% | 83% | 79% | 80% | 81% | 78% | 82% | 90% | 74% | 75% | 79% | 80% | 85% | |
2018 | 84% | 83% | 76% | 76% | 82% | 89% | 81% | 89% | 75% | 77% | 84% | 81% | 85% | |
2019 | 86% | 85% | 82% | 85% | 84% | 81% | 89% | 90% | 87% | 84% | 82% | 85% | 85% | |
2020 | 89% | 84% | 81% | 87% | 87% | 88% | 85% | 91% | 90% | 82% | 85% | 86% | 85% | |
2018 t/m 2020 | 86% | 84% | 80% | 82% | 84% | 86% | 85% | 90% | 84% | 81% | 84% | 84% | 85% | |
Raadkamerzaken m.b.t. voorlopige hechtenis | Percentage zaken afgedaan binnen 2 weken | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 88% | 100% | 100% | 100% | 100% | 99% | 100% | |
2017 | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 88% | 100% | 100% | 100% | 99% | 99% | 100% | |
2018 | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 86% | 99% | 100% | 100% | 99% | 99% | 100% | |
2019 | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 86% | 100% | 100% | 100% | 99% | 99% | 100% | |
2020 | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 95% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | |
2018 t/m 2020 | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 89% | 99% | 100% | 100% | 99% | 99% | 100% | |
Raadkamerzaken niet voorlopige hechtenis | Percentage zaken afgedaan binnen 4 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 91% | 71% | 94% | 59% | 70% | 47% | 93% | 71% | 90% | 63% | 63% | 74% | 85% | |
2017 | 85% | 71% | 92% | 68% | 71% | 55% | 79% | 69% | 89% | 66% | 49% | 73% | 85% | |
2018 | 93% | 79% | 95% | 89% | 80% | 76% | 84% | 59% | 92% | 63% | 47% | 78% | 85% | |
2019 | 85% | 89% | 94% | 94% | 67% | 81% | 85% | 50% | 89% | 66% | 70% | 79% | 85% | |
2020 | 84% | 68% | 87% | 85% | 66% | 73% | 77% | 53% | 88% | 56% | 68% | 72% | 85% | |
2018 t/m 2020 | 87% | 79% | 92% | 89% | 71% | 76% | 82% | 54% | 89% | 62% | 62% | 76% | 85% |
Meervoudige Kamer-zaken | Percentage zaken afgedaan binnen 9 maanden | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 75% | 44% | 74% | 65% | 64% | 85% | ||
2017 | 73% | 49% | 76% | 66% | 65% | 85% | ||
2018 | 70% | 42% | 73% | 69% | 62% | 85% | ||
2019 | 59% | 28% | 61% | 56% | 51% | 85% | ||
2020 | 48% | 24% | 50% | 33% | 38% | 85% | ||
2018 t/m 2020 | 59% | 31% | 61% | 53% | 50% | 85% | ||
EK-strafzaken, niet kantonappellen | Percentage zaken afgedaan binnen 6 maanden | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 61% | 38% | 54% | 89% | 49% | 85% | ||
2017 | 82% | 28% | 58% | 72% | 50% | 85% | ||
2018 | 59% | 16% | 46% | 54% | 36% | 85% | ||
2019 | 46% | 22% | 54% | 23% | 35% | 85% | ||
2020 | 19% | 5% | 31% | 3% | 16% | 85% | ||
2018 t/m 2020 | 41% | 14% | 44% | 27% | 29% | 85% | ||
EK-strafzaken, kantonappellen | Percentage zaken afgedaan binnen 6 maanden | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 78% | 36% | 62% | 89% | 61% | 85% | ||
2017 | 85% | 38% | 46% | 80% | 57% | 85% | ||
2018 | 88% | 26% | 19% | 29% | 38% | 85% | ||
2019 | 76% | 9% | 41% | 24% | 37% | 85% | ||
2020 | 18% | 2% | 37% | 3% | 14% | 85% | ||
2018 t/m 2020 | 61% | 12% | 33% | 19% | 30% | 85% | ||
Raadkamerzaken m.b.t. voorlopige hechtenis | Percentage zaken afgedaan binnen 2 weken | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 65% | 77% | 70% | 69% | 71% | 90% | ||
2017 | 70% | 82% | 83% | 81% | 80% | 90% | ||
2018 | 73% | 73% | 75% | 65% | 72% | 90% | ||
2019 | 75% | 75% | 82% | 52% | 72% | 90% | ||
2020 | 55% | 50% | 55% | 48% | 52% | 90% | ||
2018 t/m 2020 | 67% | 66% | 71% | 55% | 65% | 90% | ||
Raadkamerzaken niet voorlopige hechtenis | Percentage zaken afgedaan binnen 4 maanden | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 37% | 53% | 44% | 70% | 51% | 80% | ||
2017 | 50% | 55% | 32% | 68% | 50% | 80% | ||
2018 | 64% | 49% | 27% | 33% | 44% | 80% | ||
2019 | 43% | 57% | 32% | 25% | 40% | 80% | ||
2020 | 49% | 33% | 18% | 28% | 31% | 80% | ||
2018 t/m 2020 | 52% | 47% | 25% | 29% | 39% | 80% | ||
Klachten niet vervolgen (12 Sv) | Percentage zaken afgedaan binnen 6 maanden | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 26% | 16% | 42% | 51% | 32% | 85% | ||
2017 | 22% | 20% | 55% | 34% | 30% | 85% | ||
2018 | 32% | 21% | 50% | 42% | 34% | 85% | ||
2019 | 37% | 20% | 41% | 32% | 30% | 85% | ||
2020 | 36% | 24% | 48% | 4% | 28% | 85% | ||
2018 t/m 2020 | 35% | 22% | 46% | 26% | 31% | 85% | ||
Uitwerken MK strafzaak i.v.m. cassatie | Percentage zaken afgedaan binnen 6 maanden | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 73% | 83% | 64% | 30% | 66% | 100% | ||
2017 | 62% | 85% | 66% | 51% | 68% | 100% | ||
2018 | 63% | 63% | 66% | 68% | 65% | 100% | ||
2019 | 66% | 57% | 65% | 75% | 65% | 100% | ||
2020 | 78% | 69% | 74% | 68% | 72% | 100% | ||
2018 t/m 2020 | 69% | 63% | 68% | 70% | 67% | 100% |
Uit tabel 14 blijkt dat in het bestuursrecht in 2020 de mate waarin rechtszaken bij rechtbanken aan de duurnormen voldoen, als gevolg van de coronacrisis afnam. Dit geldt vooral voor reguliere bestuurszaken (bodemzaken) en belastingzaken omtrent lokale belastingen (bodemzaken). De gemiddelde doorlooptijd in 2020 is 37 weken, tegenover 34 weken in 2019.
Het percentage van de rijksbelastingzaken dat binnen de norm wordt afgehandeld, is de afgelopen jaren gedaald. De norm wordt daarmee lang niet gehaald. Ook de duurnorm voor het afdoen van zaken over lokale belastingen wordt lang niet gehaald. Het percentage reguliere bodemzaken dat binnen de norm van 9 maanden wordt afgedaan, ligt eveneens ver onder de norm. De voorlopige voorzieningen worden echter vrijwel allemaal binnen de duurnorm van 3 maanden afgedaan. Dit geldt in 2020 voor 93 procent van die zaken. Ook de afdoening van vreemdelingenzaken komt in de buurt van de norm.
De mate waarin belastingzaken door de gerechtshoven binnen de norm worden afgedaan, is in 2020 afgenomen. Onder andere als gevolg van de lockdown, maar ook doordat zaken steeds complexer en tijdrovender worden. De gemiddelde doorlooptijd was in 2020 65 weken, tegenover 57 weken in 2019. De duur van belastingzaken bij de gerechtshoven laat de afgelopen jaren veel schommelingen zien. Vergeleken met 2016 zijn de belastingzaken bij de gerechtshoven langer gaan duren: van gemiddeld 49 weken in 2016 naar gemiddeld 65 weken in 2020. De realisatie van doorlooptijden is zeker voor norm 2 een eind verwijderd van deze norm.
Bestuursrechtelijke zaken rechtbanken | Norm | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 t.o.v. 2016 | ||
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken - norm 1 | 90% | ≤ 1 jaar | 83% | 82% | 81% | 80% | 67% | -19% | |
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken - norm 2 | 70% | ≤ 9 mnd. | 68% | 65% | 65% | 60% | 44% | -35% | |
Voorlopige voorzieningen reguliere bestuurszaken | 90% | ≤ 3 mnd. | 97% | 97% | 97% | 97% | 93% | -4% | |
Vreemdelingenzaken, bodemzaken | 90% | ≤ 9 mnd. | 90% | 91% | 82% | 88% | 84% | -7% | |
Belastingzaken lokale belastingen, bodemzaken | 90% | ≤ 9 mnd. | 30% | 31% | 59% | 56% | 40% | 34% | |
Rijksbelastingzaken, bodemzaken - norm 1 | 90% | ≤ 18 mnd. | 79% | 83% | 80% | 74% | 75% | -5% | |
Rijksbelastingzaken, bodemzaken - norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 56% | 61% | 59% | 46% | 45% | -20% | |
Gemiddeld voldaan aan de normpercentages | 100% of hoger | 85% | 86% | 88% | 85% | 76% | -11% | ||
Gemiddelde doorlooptijd (gewogen gemiddelde) in weken. Weging op aantallen zaken 2019. | 33 | 32 | 33 | 34 | 37 | 13% | |||
Belastingzaken gerechtshoven | Norm | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 t.o.v. 2016 | ||
Belastingzaken - norm 1 | 90% | ≤18 mnd. | 85% | 69% | 79% | 81% | 76% | -10% | |
Belastingzaken - norm 2 | 70% | ≤ 1 jaar | 67% | 40% | 50% | 51% | 43% | -36% | |
Gemiddeld voldaan aan de normpercentages | 100% of hoger | 95% | 68% | 80% | 82% | 74% | -22% | ||
Gemiddelde doorlooptijd (gewogen gemiddelde) in weken. Weging op aantallen zaken 2019. | 49 | 66 | 57 | 57 | 65 | 33% |
Tabel 14.1
Bodemzaken bestuur regulier | Percentage zaken afgedaan binnen 9 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 76% | 80% | 58% | 62% | 57% | 55% | 65% | 87% | 87% | 55% | 67% | 68% | 70% | |
2017 | 75% | 78% | 57% | 34% | 61% | 49% | 66% | 82% | 87% | 57% | 73% | 65% | 70% | |
2018 | 73% | 73% | 69% | 35% | 67% | 63% | 50% | 74% | 83% | 59% | 69% | 65% | 70% | |
2019 | 63% | 55% | 59% | 43% | 71% | 61% | 51% | 56% | 71% | 61% | 69% | 60% | 70% | |
2020 | 45% | 31% | 43% | 33% | 57% | 40% | 51% | 37% | 41% | 50% | 48% | 44% | 70% | |
2018 t/m 2020 | 60% | 53% | 57% | 37% | 65% | 55% | 50% | 56% | 65% | 57% | 62% | 56% | 70% | |
Bodemzaken bestuur regulier | Percentage zaken afgedaan binnen 1 jaar | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 84% | 91% | 81% | 81% | 77% | 76% | 78% | 94% | 94% | 79% | 80% | 83% | 90% | |
2017 | 86% | 90% | 79% | 59% | 79% | 70% | 78% | 92% | 93% | 84% | 87% | 82% | 90% | |
2018 | 85% | 86% | 83% | 58% | 83% | 76% | 72% | 88% | 91% | 80% | 86% | 81% | 90% | |
2019 | 83% | 81% | 79% | 68% | 85% | 79% | 76% | 80% | 84% | 80% | 84% | 80% | 90% | |
2020 | 69% | 58% | 64% | 57% | 78% | 65% | 69% | 67% | 72% | 68% | 73% | 67% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 79% | 75% | 75% | 61% | 82% | 73% | 72% | 78% | 82% | 76% | 81% | 76% | 90% | |
Voorlopige voorzieningen bestuur regulier | Percentage zaken afgedaan binnen 3 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 96% | 97% | 97% | 99% | 94% | 95% | 96% | 95% | 97% | 98% | 99% | 97% | 90% | |
2017 | 97% | 96% | 97% | 99% | 92% | 98% | 97% | 97% | 98% | 98% | 100% | 97% | 90% | |
2018 | 96% | 97% | 91% | 99% | 93% | 95% | 98% | 97% | 96% | 100% | 99% | 97% | 90% | |
2019 | 98% | 97% | 95% | 98% | 94% | 96% | 96% | 94% | 96% | 99% | 99% | 97% | 90% | |
2020 | 96% | 84% | 85% | 93% | 88% | 94% | 98% | 89% | 98% | 98% | 99% | 93% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 97% | 93% | 90% | 97% | 92% | 95% | 97% | 93% | 96% | 99% | 99% | 95% | 90% | |
Bodemzaken vreemdelingen | Percentage zaken afgedaan binnen 9 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 89% | 93% | 86% | 81% | 82% | 91% | 95% | 91% | 91% | 95% | 91% | 90% | 90% | |
2017 | 90% | 88% | 84% | 92% | 85% | 89% | 95% | 95% | 90% | 94% | 98% | 91% | 90% | |
2018 | 88% | 70% | 81% | 79% | 82% | 70% | 91% | 86% | 81% | 90% | 89% | 82% | 90% | |
2019 | 92% | 71% | 93% | 89% | 88% | 90% | 86% | 82% | 90% | 88% | 95% | 88% | 90% | |
2020 | 86% | 74% | 82% | 89% | 87% | 83% | 80% | 84% | 81% | 79% | 94% | 84% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 89% | 72% | 85% | 86% | 86% | 81% | 86% | 84% | 84% | 86% | 93% | 84% | 90% | |
Bodemzaken lokale belastingen | Percentage zaken afgedaan binnen 9 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 51% | 97% | 55% | 42% | 38% | 34% | 32% | 6% | 89% | 80% | 12% | 30% | 90% | |
2017 | 52% | 92% | 55% | 74% | 5% | 53% | 46% | 69% | 71% | 69% | 46% | 31% | 90% | |
2018 | 50% | 89% | 74% | 50% | 58% | 56% | 19% | 45% | 54% | 76% | 14% | 59% | 90% | |
2019 | 44% | 85% | 86% | 71% | 44% | 55% | 39% | 52% | 48% | 56% | 13% | 56% | 90% | |
2020 | 39% | 63% | 72% | 45% | 40% | 17% | 27% | 16% | 52% | 15% | 11% | 40% | 90% | |
2018 t/m 2020 | 44% | 79% | 77% | 55% | 47% | 43% | 28% | 37% | 51% | 49% | 12% | 52% | 90% | |
Bodemzaken rijksbelastingen | Percentage zaken afgedaan binnen 1 jaar | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 79% | 59% | 55% | 56% | 36% | 56% | 70% | |||||||
2017 | 87% | 66% | 76% | 44% | 30% | 61% | 70% | |||||||
2018 | 87% | 65% | 58% | 61% | 23% | 59% | 70% | |||||||
2019 | 67% | 48% | 56% | 43% | 12% | 46% | 70% | |||||||
2020 | 78% | 53% | 38% | 22% | 22% | 45% | 70% | |||||||
2018 t/m 2020 | 77% | 55% | 50% | 42% | 19% | 50% | 70% | |||||||
Bodemzaken rijksbelastingen | Percentage zaken afgedaan binnen 18 maanden | |||||||||||||
Amst | DHa | Gld | Limb | M-Ned | N-Hol | N-Ned | O-Br | Ov | Rott | Zeel-W-Br | Gemiddelde | Norm | ||
2016 | 91% | 77% | 78% | 73% | 74% | 79% | 90% | |||||||
2017 | 97% | 81% | 83% | 78% | 78% | 83% | 90% | |||||||
2018 | 96% | 81% | 77% | 70% | 70% | 80% | 90% | |||||||
2019 | 94% | 78% | 85% | 65% | 43% | 74% | 90% | |||||||
2020 | 92% | 83% | 74% | 73% | 55% | 75% | 90% | |||||||
2018 t/m 2020 | 94% | 81% | 79% | 69% | 56% | 76% | 90% |
Belastingzaken | Percentage zaken afgedaan binnen 1 jaar | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 38% | 30% | 60% | 87% | 67% | 70% | ||
2017 | 42% | 29% | 89% | 15% | 40% | 70% | ||
2018 | 41% | 35% | 91% | 27% | 50% | 70% | ||
2019 | 60% | 34% | 87% | 30% | 51% | 70% | ||
2020 | 12% | 28% | 85% | 61% | 43% | 70% | ||
2018 t/m 2020 | 38% | 32% | 88% | 40% | 48% | 70% | ||
Belastingzaken | Percentage zaken afgedaan binnen 18 maanden | |||||||
Amst | Arn-Lee | DHa | sHert | Gemiddelde | Norm | |||
2016 | 63% | 72% | 89% | 93% | 85% | 90% | ||
2017 | 79% | 60% | 95% | 56% | 69% | 90% | ||
2018 | 91% | 67% | 97% | 66% | 79% | 90% | ||
2019 | 89% | 71% | 97% | 72% | 81% | 90% | ||
2020 | 75% | 64% | 98% | 76% | 76% | 90% | ||
2018 t/m 2020 | 85% | 68% | 97% | 72% | 79% | 90% |
De gemiddelde duur van de procedures bij het CBb en de CrvB zijn opgenomen in tabel 15. De gemiddelde duur van rechtszaken bij het CBb nam tussen 2016 en 2019
af van 56 naar 49 weken. In 2020 nam de gemiddelde doorlooptijd met name als gevolg van de coronacrisis sterk toe, tot 81 weken. Er is vooral een forse toename van de duur van overige afdoeningen van bodemzaken: van gemiddeld 30 weken in 2019 naar 79 weken in 2020. Ook de duur van bodemzaken met een uitspraak nam toe: van gemiddeld 66 weken in 2019 tot 86 weken in 2020. De gemiddelde duur van voorlopige voorzieningen is vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van 2019.
De oorzaak van de sterke toename in de doorlooptijd is dat er veel oude zaken zijn afgedaan in 2020. Ongeveer 400 zaken uit 2014 tot en met 2017 werden jaren aangehouden omdat hierover prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie waren gesteld. Daarnaast konden ongeveer 625 oude fosfaatreductiezaken uit 2017 tot en met 2019 pas in 2020 worden behandeld, omdat voorrang moest worden gegeven aan de (jongere) fosfaatrechtenzaken.
De gemiddelde duur van rechtszaken bij de CRvB nam in 2020 met een derde toe ten opzichte van 2016, van 65 weken naar 86 weken. In 2020 nam de doorlooptijd van voorlopige voorzieningen af, terwijl de doorlooptijd van beide categorieën bodemzaken toenam.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 t.o.v. 2016 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
College van Beroep voor het bedrijfsleven | |||||||
Bodemzaak met (appellabele) uitspraak | 77 | 68 | 69 | 66 | 86 | 12% | |
Overige afdoening bodemzaak | 29 | 24 | 24 | 30 | 79 | 173% | |
Voorlopige voorziening | 5 | 6 | 7 | 7 | 8 | 77% | |
Totaal CBb | 56 | 47 | 46 | 49 | 81 | 45% | |
Centrale Raad van Beroep | |||||||
Bodemzaak met (appellabele) uitspraak | 74 | 76 | 84 | 90 | 97 | 30% | |
Overige afdoening bodemzaak | 33 | 34 | 39 | 43 | 50 | 49% | |
Voorlopige voorziening | 11 | 10 | 12 | 12 | 9 | -19% | |
Totaal CRvB | 65 | 64 | 73 | 80 | 86 | 32% |
Kwaliteitsnorm: goede bewijsmotivering middels Promis
De Promis-methode zorgt voor een betere kwaliteit van het strafrechtelijk vonnis. De wijze waarop door deze methode het vonnis is opgebouwd, geeft meer inzicht in de redenering achter de rechterlijke uitspraak en vergroot daarmee het vertrouwen van de burger in de Rechtspraak.
De norm/indicator is dat minimaal 50 procent van de MK strafzaken, rechtbanken én gerechtshoven, inclusief megazaken, volgens de Promis-methode wordt afgedaan. De werkwijze is inmiddels gebruik binnen de rechtbanken en wordt al jaren ruimschoots gehaald. Ook de gerechtshoven voldoen aan de norm van minimaal 50 procent.
Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Norm | |
---|---|---|---|---|---|---|
Rechtbanken | 75% | 80% | 78% | 75% | 69% | 50% |
Gerechtshoven | 56% | 54% | 61% | 61% | 59% | 50% |
Kwaliteitsnorm: reflectie
Reflectie zorgt voor integratie van feedbackmechanismen in het dagelijks werk. De norm beoogt ervoor te zorgen dat er structureel meer tijd is voor (vakinhoudelijke) feedback en reflectie. Daarmee wordt een open werkcultuur bevorderd waarin medewerkers zich vrij voelen om elkaar aan te spreken op inhoud en gedrag.
De norm kan bijvoorbeeld worden ingevuld door het meelezen van enkelvoudige vonnissen of het meelopen en bijwonen van zittingen, door gebruik te maken van een intervisie- of reflectie-instrument zoals de zogenoemde EigenWijsheidKamer of door spiegelbijeenkomsten. Kwantificering van de norm/indicator: jaarlijkse deelname aan de intervisie- en/of reflectietraject is van toepassing op rechters, raadsheren en op juridisch medewerkers in de rechtbanken. De realisatiecijfers worden geregistreerd per gerecht. Er zijn landelijk geen cijfers bekend per rechtsgebied.
Het realisatiepercentage is in 2020 opvallend lager dan in voorgaande jaren. Een verklaring hiervoor kan worden gevonden in de gevolgen van de coronacrisis. Door de coronacrisis heeft deelname aan reflectietrajecten dan wel de registratie hiervan minder prioriteit gehad dan beoogd. Bij een aantal gerechten is helemaal niet geregistreerd.
Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | norm | |
---|---|---|---|---|---|---|
Rechtbanken | ||||||
Intervisie of reflectietraject rechters | 69% | 66% | 66% | 63% | 32% | 100% |
Intervisie of reflectietraject juridisch medewerkers | 58% | 54% | 46% | 54% | 23% | 100% |
Gerechtshoven | ||||||
Intervisie of reflectietraject raadsheren | 67% | 36% | 73% | 71% | 35% | 100% |
Kwaliteitsnorm: meervoudige afdoening (MK-afdoening)
Rechters moeten de ruimte hebben om een zaak meervoudig (met 3 personen) af te doen. De rechter bepaalt of een zaak enkelvoudig of meervoudig wordt afgedaan. Zaken die voor een meervoudige afhandeling in aanmerking komen zijn complexe zaken, zaken over principiële rechtsvragen of zaken die een grote maatschappelijke onrust met zich meebrengen. Meervoudigheid bevordert de (juridische) kwaliteit van een uitspraak. Voorkomen moet worden dat zaken die geschikt zijn om meervoudig af te doen, uit efficiëntieoverwegingen enkelvoudig worden afgedaan. Om deze reden zijn per rechtsgebied streefpercentages afgesproken voor meervoudige afdoening. Die streefpercentages worden voor civiel handel, civiel familie en vreemdelingenzaken niet gehaald.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Norm | |
---|---|---|---|---|---|---|
Rechtbanken | ||||||
Strafzaken | 15% | 16% | 17% | 16% | 17% | 15% |
Civiel handel | 8% | 7% | 7% | 6% | 7% | 10% |
Civiel familie | 2% | 2% | 2% | 2% | 1% | 3% |
Bestuur regulier | 12% | 12% | 12% | 13% | 11% | 10% |
Vreemdelingenkamer | 3% | 2% | 2% | 1% | 1% | 5% |
Rijksbelastingzaken | 25% | 27% | 20% | 28% | 23% | 25% |
Gerechtshoven | ||||||
Strafzaken | 93% | 96% | 95% | 91% | 86% | 85% |
Rijksbelastingzaken | 95% | 92% | 94% | 95% | 92% | 90% |
Rechtbanken | Amsterdam | Den Haag | Gelderland | Limburg | Midden-Nederland | Noord-Holland | Noord-Nederland | Oost-Brabant | Overijssel | Rotterdam | Zeeland - West-Brabant | Landelijk | Norm | |
Civiel handel | ||||||||||||||
2016 | 8% | 10% | 9% | 2% | 7% | 15% | 10% | 2% | 9% | 7% | 6% | 8% | 10% | |
2017 | 6% | 12% | 7% | 2% | 5% | 10% | 10% | 3% | 8% | 7% | 1% | 7% | 10% | |
2018 | 6% | 9% | 6% | 6% | 10% | 9% | 5% | 6% | 6% | 7% | 2% | 7% | 10% | |
2019 | 6% | 7% | 9% | 3% | 7% | 7% | 5% | 5% | 8% | 7% | 2% | 6% | 10% | |
2020 | 8% | 11% | 7% | 3% | 6% | 8% | 8% | 7% | 8% | 10% | 5% | 7% | 10% | |
Civiel familie | ||||||||||||||
2016 | 2,4% | 3,1% | 0,2% | 0,9% | 2,0% | 4,2% | 1,7% | 0,1% | 5,6% | 2,1% | 2,1% | 2,0% | 3% | |
2017 | 0,1% | 2,1% | 0,4% | 0,4% | 2,0% | 2,7% | 0,8% | 0,0% | 5,4% | 2,0% | 2,7% | 1,5% | 3% | |
2018 | 3,0% | 1,6% | 0,4% | 1,8% | 1,3% | 2,9% | 0,8% | 0,0% | 3,9% | 1,6% | 2,7% | 1,7% | 3% | |
2019 | 3,5% | 2,3% | 0,2% | 1,5% | 2,2% | 2,8% | 1,1% | 0,7% | 5,0% | 1,2% | 5,1% | 2,1% | 3% | |
2020 | 1,1% | 1,5% | 0,3% | 1,5% | 0,4% | 1,9% | 0,2% | 0,2% | 2,1% | 0,9% | 2,1% | 1,0% | 3% | |
Bestuur algemeen | ||||||||||||||
2016 | 8% | 8% | 20% | 18% | 7% | 15% | 13% | 19% | 13% | 10% | 13% | 12% | 10% | |
2017 | 9% | 7% | 13% | 14% | 9% | 21% | 14% | 15% | 14% | 13% | 10% | 12% | 10% | |
2018 | 10% | 12% | 14% | 8% | 13% | 12% | 15% | 18% | 12% | 10% | 12% | 12% | 10% | |
2019 | 15% | 7% | 12% | 8% | 9% | 13% | 14% | 25% | 17% | 7% | 17% | 13% | 10% | |
2020 | 8% | 11% | 8% | 15% | 9% | 9% | 12% | 24% | 12% | 5% | 9% | 11% | 10% | |
Vreemdelingenkamer | ||||||||||||||
2016 | 3,6% | 1,2% | 3,8% | 1,0% | 3,2% | 1,1% | 2,6% | 9,0% | 1,9% | 1,9% | 0,1% | 2,5% | 5% | |
2017 | 2,3% | 0,8% | 0,8% | 2,5% | 2,3% | 1,5% | 1,7% | 4,4% | 2,2% | 1,8% | 0,8% | 1,8% | 5% | |
2018 | 3,2% | 1,2% | 3,3% | 0,8% | 3,6% | 1,2% | 0,9% | 5,3% | 2,3% | 0,8% | 0,9% | 1,7% | 5% | |
2019 | 2,0% | 1,1% | 2,6% | 0,6% | 1,4% | 1,5% | 1,8% | 1,1% | 1,5% | 0,6% | 0,9% | 1,4% | 5% | |
2020 | 1,4% | 0,9% | 1,4% | 0,5% | 3,0% | 1,4% | 0,4% | 1,0% | 4,2% | 1,4% | 0,4% | 1,4% | 5% | |
Rijksbelastingzaken | ||||||||||||||
2016 | 20% | 21% | 38% | 28% | 31% | 25% | 25% | |||||||
2017 | 27% | 33% | 22% | 16% | 34% | 27% | 25% | |||||||
2018 | 15% | 25% | 28% | 21% | 21% | 20% | 25% | |||||||
2019 | 14% | 31% | 57% | 26% | 21% | 28% | 25% | |||||||
2020 | 12% | 51% | 21% | 11% | 15% | 23% | 25% | |||||||
Strafzaken | ||||||||||||||
2016 | 22% | 12% | 13% | 17% | 14% | 15% | 14% | 17% | 17% | 16% | 14% | 15% | 15% | |
2017 | 19% | 14% | 14% | 16% | 13% | 18% | 15% | 16% | 18% | 17% | 13% | 16% | 15% | |
2018 | 21% | 15% | 16% | 15% | 13% | 15% | 18% | 19% | 20% | 19% | 13% | 17% | 15% | |
2019 | 21% | 15% | 15% | 21% | 14% | 13% | 12% | 17% | 19% | 19% | 13% | 16% | 15% | |
2020 | 22% | 15% | 18% | 16% | 14% | 16% | 13% | 16% | 18% | 21% | 13% | 17% | 15% |
Gerechtshoven | Amsterdam | Arnhem - Leeuwarden | Den Haag | 's-Hertogenbosch | Landelijk | Norm | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Rijksbelastingzaken | |||||||
2016 | 83% | 94% | 93% | 98% | 95% | 90% | |
2017 | 90% | 89% | 97% | 92% | 92% | 90% | |
2018 | 95% | 91% | 97% | 94% | 94% | 90% | |
2019 | 98% | 95% | 96% | 93% | 95% | 90% | |
2020 | 91% | 91% | 97% | 90% | 92% | 90% | |
Strafzaken | |||||||
2016 | 97% | 90% | 92% | 97% | 93% | 85% | |
2017 | 98% | 95% | 94% | 97% | 96% | 85% | |
2018 | 98% | 94% | 94% | 97% | 95% | 85% | |
2019 | 93% | 86% | 90% | 96% | 91% | 85% | |
2020 | 86% | 89% | 83% | 87% | 86% | 85% |
In 2020 zijn veel meer uitspraken in het uitsprakenregister op Rechtspraak.nl gepubliceerd. Als het gaat om het totaal aantal gepubliceerde uitspraken
nam de publicatiegraad dan ook fors toe. Om ervoor te zorgen dat ondanks de coronamaatregelen partijen en andere belangstellen (snel) kennis kunnen nemen van een uitspraak, hebben gerechten zich ingezet om zoveel mogelijk uitspraken te publiceren.
Het resultaat van die inzet is terug te zien. Verder heeft de werkgroep Openbaarheid in 2020 haar ambitie (meer publiceren) en hoe hieraan vorm te geven (verantwoord publiceren) gepresenteerd. De werkgroep adviseert de rechterlijke instanties om het ambitieniveau ‘openbaar, tenzij’ te omarmen en daarmee te streven naar een zo hoog mogelijke publicatiegraad. Er is ingestemd met de beschreven ambitie en het advies. Zij worden verder uitgewerkt.
2007 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal gepubliceerde uitspraken | 17.100 | 25.500 | 27.900 | 29.900 | 31.100 | 38.000 |
Per 1.000 relevante uitspraken | 19 | 35 | 41 | 46 | 47 | 72 |
2007 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal gepubliceerde uitspraken | 8.320 | 11.769 | 14.092 | 15.319 | 15.482 | 22.472 |
Per 1.000 relevante uitspraken | 8 | 19 | 24 | 27 | 27 | 50 |
2007 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal gepubliceerde uitspraken | 3.197 | 7.980 | 8.204 | 8.571 | 9.537 | 9.001 |
Per 1.000 relevante uitspraken | 57 | 140 | 180 | 203 | 233 | 256 |
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018-2020 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Amsterdam | 17 | 30 | 39 | 44 | 58 | 47 |
Den Haag | 25 | 25 | 32 | 30 | 58 | 40 |
Gelderland | 21 | 27 | 26 | 24 | 32 | 27 |
Limburg | 17 | 32 | 28 | 25 | 42 | 31 |
Midden-Nederland | 17 | 19 | 24 | 24 | 47 | 32 |
Noord-Holland | 21 | 21 | 25 | 24 | 76 | 41 |
Noord-Nederland | 17 | 21 | 28 | 21 | 28 | 26 |
Oost-Brabant | 18 | 18 | 18 | 18 | 28 | 21 |
Overijssel | 26 | 27 | 28 | 27 | 42 | 32 |
Rotterdam | 15 | 24 | 30 | 32 | 75 | 46 |
Zeeland-West-Brabant | 16 | 16 | 13 | 20 | 37 | 23 |
Totaal rechtbanken: | 19 | 24 | 27 | 27 | 50 | 35 |
2020 | 2018- 2020 | Gemiddelde rechtbanken 2018-2020 | ||||
Amsterdam | 58 | 47 | 35 | |||
Den Haag | 58 | 40 | 35 | |||
Gelderland | 32 | 27 | 35 | |||
Limburg | 42 | 31 | 35 | |||
Midden-Nederland | 47 | 32 | 35 | |||
Noord-Holland | 76 | 41 | 35 | |||
Noord-Nederland | 28 | 26 | 35 | |||
Oost-Brabant | 28 | 21 | 35 | |||
Overijssel | 42 | 32 | 35 | |||
Rotterdam | 75 | 46 | 35 | |||
Zeeland/West-Brabant | 37 | 23 | 35 | |||
Totaal rechtbanken: | 50 | 35 | 35 | |||
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2018-2020 | |
Amsterdam | 247 | 278 | 341 | 370 | 323 | 345 |
Arnhem-Leeuwarden | 119 | 144 | 168 | 216 | 271 | 218 |
Den Haag | 98 | 114 | 120 | 134 | 140 | 131 |
's-Hertogenbosch | 121 | 228 | 230 | 241 | 288 | 253 |
Totaal hoven | 140 | 180 | 203 | 233 | 256 | 230 |
2020 | 2018- 2020 | Gemiddelde hoven 2018-2020 | ||||
Amsterdam | 323 | 345 | 230 | |||
Arnhem-Leeuwarden | 271 | 218 | 230 | |||
Den Haag | 140 | 131 | 230 | |||
's-Hertogenbosch | 288 | 253 | 230 | |||
Totaal hoven | 256 | 230 | 230 |
Algemeen
Partijen in een rechtszaak kunnen tegen de uitspraak in hoger beroep gaan om de zaak opnieuw te laten beoordelen. Het kan gaan om een herbeoordeling en aanvulling van feiten, van rechtsvragen en van motiveringen. Het hoger beroep heeft, in het verlengde van deze controlefunctie en herkansingsfunctie, ook een belangrijke functie bij de rechtsontwikkeling en het bewaken en bevorderen van de rechtseenheid.
Civiel recht, mate van appel
De appellen in civielrechtelijke rechtszaken kunnen zowel kantonzaken als niet-kantonzaken betreffen. In tabel 22 is te zien wat het appelpercentage (periode 2018-2020) is bij 4 verschillende typen civiele zaken, of het is toegenomen vergeleken met de periode 2012-2014 en of verschillen tussen rechtbanken in appelpercentage (zeer) groot of juist beperkt zijn. Tevens is de mate van intrekking vermeld en de ontwikkeling daarin.
appelpercentage 2018 t/m 2020 | jaargroei* sinds 2012 | verschillen tussen rechtbanken | intrekkingspercentage 2018 t/m 2020 | toe- afname sinds 2012 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
handel kantonrechter | 12% | + | groot | 34% | = | ||
handel civiele rechter | 31% | - | groot | 25% | ↗ | ||
kort gedingen | 18% | = | groot | 30% | ↗ | ||
familiezaken | 6% | = | beperkt | 12% | ↗ | ||
*jaargroei sinds 2012-2014: + is licht 2% t/m 4%, ++ is sterk 5% t/m 10%, +++ is zeer sterk >10% per jaar. |
Handelszaken kantonrechter
In de berekeningen en tabellen zijn de verstekvonnissen (ruim 200.000 per jaar) buiten beschouwing gelaten, omdat men daartegen vrijwel nooit in hoger beroep gaat. Ook los van de verstekvonnissen gaat men tegen de door de kantonrechter behandelde handelszaken relatief weinig in hoger beroep. Het appelpercentage in deze zaken is duidelijk gestegen vergeleken met de periode 2012-2014, van 8 procent naar 12 procent. Het aandeel intrekkingen lag in 2018-2020 op 34 procent.
Handelszaken civiele rechter
Tegen 31 procent van de vonnissen in handelszaken (bodemzaken) die niet door de kantonrechter maar door de civiele rechter in eerste aanleg zijn behandeld, werd in 2018-2020 in hoger beroep gegaan. Het appelpercentage is veel hoger dan bij kantonzaken door het grotere financiële belang van de zaak. Men is minder geneigd om het erbij te laten zitten; er staat meer op het spel. Vanaf de periode 2013-2015 daalt dit appelpercentage jaarlijks licht. Na instelling van hoger beroep in civiele handelszaken wordt vervolgens in 1 op de 4 gevallen het hoger beroep ingetrokken.
Kort gedingen
Tegen vonnissen in kort gedingen gaat men gemiddeld in 18 procent van de gevallen in hoger beroep. Dit is stabiel. Van deze hoger beroepen wordt later weer 30 procent ingetrokken. Deze percentages lagen in 2020 in hetzelfde bereik als dat van eerdere jaren.
Familiezaken, niet-kanton
Bij familiezaken wordt zeer weinig in hoger beroep gegaan. In 2018-2020 ligt dat rond de 6 procent. Van die beperkte hoger beroepen wordt slechts ongeveer 1 op de 8 ingetrokken.
Strafrecht, mate van appel
In tabel 23 is te zien wat het appelpercentage is voor verschillende typen strafzaken, de ontwikkeling daarin sinds 2012-2014 en of de verschillen tussen rechtbanken beperkt zijn of juist (zeer) groot. Tevens is de mate van intrekking van het hoger beroep vermeld en de ontwikkeling daarin.
appelpercentage 2018 t/m 2020 | jaargroei* sinds 2012 | verschillen tussen rechtbanken | intrekkingspercentage 2018 t/m 2020 | toe- afname sinds 2012 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
kantonrechter overtredingszaken | 3,8% | = | beperkt | 11% | ↗ | ||
politierechter (EK) | 15% | = | beperkt | 16% | ↗ | ||
strafzaken EK kinderrechter | 8% | = | beperkt | 24% | = | ||
strafzaken meervoudige kamer (MK) | 41% | + | groot | 24% | = | ||
*jaargroei sinds 2012-2014: + is licht 2% t/m 4%, ++ is sterk 5% t/m 10%, +++ is zeer sterk >10% per jaar. |
Overtredingszaken, kantonrechter
Tegen vonnissen van de kantonrechter in overtredingszaken gaat men zelden, slechts in 3,8 procent van de gevallen, in hoger beroep. Dat percentage is over een langere periode bezien redelijk stabiel. Het aantal intrekkingen bij dit type zaken is zeer beperkt, ongeveer 11 procent. Hier is een stijging te zien. In eerder periodes lag dit percentage rond de 8 procent.
Misdrijven
Politierechter
Tegen 15 procent van de vonnissen van de politierechter gaat men in hoger beroep. Het aantal hoger beroepen dat later wordt ingetrokken is ten opzichte van vorige periode licht toegenomen, tot 16 procent voor 2018-2020.
Kinderrechter (EK)
Van de door de kinderrechter gevonniste EK-zaken ging 8 procent in 2020 in hoger beroep. Dat is gelijk aan de periode 2012-2014. Van deze hoger beroepen wordt gemiddeld genomen een kwart (24 procent) later ingetrokken. Sinds 2013 is het aandeel kinderrechtstrafzaken dat per saldo in hoger beroep voor een tweede keer moest worden behandeld stabiel (6 tot 7 procent).
Meervoudige kamer
Tegen de strafzaken die door 3 rechters worden behandeld (meervoudige of MK-zaak), gaat men het vaakst in hoger beroep. Net als in de vorige periode bedraagt dit 41 procent. Het gaat dan ook om zaken met een relatief groot belang (de hoogte van de straf bij veroordeling). Het intrekken van deze hoger beroepen is wisselend, maar is in 2020 weer toegenomen tot 24 procent. Per saldo geldt dat de afgelopen jaren rond de 30 à 32 procent van MK-strafzaken voor een tweede keer behandeld moet worden.
Bestuursrechtelijke procedures, mate van appel
Uit de tabellen 24 en 25 blijkt dat de mate van appel in het bestuursrecht over het algemeen hoog is vergelijken met strafzaken en civiele zaken. De hoogste appelpercentages, rond de 50 procent of hoger, zijn te zien bij ambtenarenzaken, rijksbelastingzaken en asielzaken. Een verklaring voor de hoge mate waarin men in het bestuursrecht in hoger beroep gaat, is dat er vrijwel altijd een bezwaarfase aan het proces is voorafgegaan. Dus er blijven vooral zaken over waar bestuur en burger in een eerder stadium niet nader tot elkaar konden komen. In gevallen dat de uitspraak in eerste aanleg ongunstig uitviel voor de burger, speelt daarnaast een rol dat de burger die in hoger beroep gaat over het algemeen geen risico loopt op een voor hem ongunstiger uitspraak dan in eerste aanleg.
Regulier bestuursrecht, mate van appel
Onder regulier of algemeen bestuursrecht verstaan we alle rechtszaken op het terrein van het bestuursrecht, die niet het belastingrecht of het vreemdelingenrecht betreffen. De CRvB behandelt de appellen van sociale verzekeringszaken, ambtenarenzaken, bijstandszaken en studiefinancieringszaken. De Raad van State (RvS) behandelt de overige hoger beroepen. De appelinstroomgegevens van de RvS waren nog niet bekend op het moment van schrijven van dit jaarverslag. Om die reden is het niet mogelijk om het appelpercentage van deze groep te bepalen.
appelpercentage 2018 t/m 2020 | jaargroei* sinds 2012 | verschillen tussen rechtbanken | intrekkingspercentage 2018 t/m 2020 | toe- afname sinds 2012 | |
---|---|---|---|---|---|
sociale verzekeringszaken | 43% | + + | groot | 23% | = |
bijstands- en studiefinancieringszaken | 48% | + + | groot | 24% | ↗ |
ambtenarenzaken | 56% | + + | zeer groot | 34% | ↗ |
*jaargroei sinds 2012-2014: + is licht 2% t/m 4%, ++ is sterk 5% t/m 10%, +++ is zeer sterk >10% per jaar. |
Sociale verzekeringszaken
Tegen vonnissen in sociale verzekeringszaken gaat men in 43 procent in hoger beroep. Dat is in de afgelopen jaren opgelopen. Van deze appellen wordt 23 procent later ingetrokken. Dat is 4 procent minder dan in de periode 2017-2019. Het gevolg is dat het aandeel zaken dat inhoudelijk voor een tweede keer (hoger beroep) wordt behandeld in de periode 2018-2020 33 procent bedraagt. Dat is een lichte verhoging ten opzichte van eerdere perioden.
Bijstands- en studiefinancieringszaken
Het appelpercentage bij bijstands- en studiefinancieringszaken ligt met 48 procent iets hoger dan bij de groep sociale verzekeringszaken. Ongeveer 24 procent wordt later ingetrokken. Zowel het appelpercentage als het intrekkingspercentage is toegenomen. Het aandeel zaken dat inhoudelijk voor een tweede keer (hoger beroep) wordt behandeld en niet wordt ingetrokken, is nu 36 procent.
Ambtenarenzaken
Tegen de uitspraken in ambtenarenzaken gaat men zeer vaak in hoger beroep. In de periode 2018-2020 was het landelijke percentage 56 procent. In dit type zaken werd wel ruim een derde van de appellen later ingetrokken. Dit houdt in dat 37 procent van de zaken voor een tweede keer inhoudelijk wordt behandeld.
appelpercentage 2018 t/m 2020 | jaargroei* sinds 2012 | verschillen tussen rechtbanken | intrekkingspercentage 2018 t/m 2020 | toe- afname sinds 2012 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
rijksbelastingzaken | 67% | + + + | zeer groot | 18% | ↘ | ||
lokale belastingzaken - WOZ | 25% | + + | groot | 17% | ↘ | ||
lokale belastingzaken - overig | 21% | = | zeer groot | 18% | ↗ | ||
*jaargroei sinds 2012-2014: + is licht 2% t/m 4%, ++ is sterk 5% t/m 10%, +++ is zeer sterk >10% per jaar. |
Rijksbelastingzaken
Rijksbelastingzaken worden bij slechts 5 rechtbanken behandeld en tegen die vonnissen wordt vaak in hoger beroep gegaan. Een grote stijging is zichtbaar voor de periode 2018-2020 ten opzichte van de periode 2017-2019: van 52 procent naar 67 procent. In 18 procent van de gevallen wordt het hoger beroep ingetrokken. Per saldo is het aandeel zaken dat inhoudelijk voor een tweede keer (hoger beroep) wordt behandeld, voor de periode 2018-2020 55 procent.
Lokale belastingzaken
De appelpercentages bij vonnissen in rechtszaken over lokale belastingen liggen lager dan bij zaken over rijksbelastingen. In de periode 2018-2020 is het appelpercentage 25 procent. In de vorige periode 2017-2019 was een scherpe daling te zien naar 15 procent. Het huidige niveau komt overeen met de periodes 2015-2017 en 2016-2018. Het aandeel intrekkingen is licht afgenomen tot 17 procent.
In overige lokale belastingzaken (bijvoorbeeld parkeerboetes), wordt in 21 procent van de gevallen hoger beroep ingesteld. Dat is een kleine toename ten opzichte van de periode 2012-2014. Het intrekkingenpercentage neemt in de periode 2018-2020 verder toe naar 19 procent.
In Nederland heeft iedere burger recht op een onpartijdige rechter. Wie betrokken is in een rechtszaak en goede redenen heeft om te denken dat de rechter een zaak niet onpartijdig kan beoordelen, kan vragen deze rechter te laten vervangen door een andere. We noemen dat een verzoek tot wraking.
Het aantal wrakingsverzoeken liep in de periode 2009 tot 2012 sterk op tot ruim 600 verzoeken per jaar. Sindsdien varieert het aantal wrakingsverzoeken tussen de 600 en 750 verzoeken per jaar (zie figuur 8). In 2020 werden er 675 wrakingsverzoeken ingediend, waarvan 549 bij de rechtbanken, 111 bij de gerechtshoven, 12 bij de CRvB en 3 bij het CBb. Voor een uitsplitsing naar rechtsgebied en afdoeningswijze voor verzoeken uit 2020 zie tabel 26.
De wrakingskamer beoordeelt of een rechter terecht wordt gewraakt. Deze kamer honoreert een wraking als de rechter in de betreffende zaak partijdig is of als er sprake is van schijn van partijdigheid. Als dat zo is, is de wraking gegrond. Dat zegt overigens niets over het functioneren van de betreffende rechter in andere zaken. Hij of zij kan gewoon andere zaken blijven behandelen.
Slechts een gering deel van de wrakingsverzoeken wordt daadwerkelijk gehonoreerd, gemiddeld over de laatste 5 jaar rond de 3 procent per jaar. In 2020 waren er 17 wrakingsverzoeken gegrond, zoals in figuur 8 en tabel 26 is te zien.
Strafrecht | Bestuursrecht | Civiel recht | Totaal | |
---|---|---|---|---|
Kennelijk niet ontvankelijk | 19 | 37 | 49 | 105 |
Kennelijk ongegrond | 4 | 10 | 8 | 22 |
Ongegrond | 90 | 77 | 180 | 347 |
Niet ontvankelijk | 22 | 40 | 59 | 121 |
Ingetrokken | 9 | 8 | 25 | 42 |
Berusting | 3 | 3 | 15 | 21 |
Gegrond | 8 | 1 | 8 | 17 |
Totaal ingediend | 155 | 176 | 344 | 675 |
Rechtbanken | Amsterdam | Den Haag | Gelderland | Limburg | Midden-Nederland | Noord-Holland | Noord-Nederland | Oost-Brabant | Overijssel | Rotterdam | Zeeland- West-Brabant | |
Aantal ingediende wrakingsverzoeken | ||||||||||||
2016 | 59 | 71 | 45 | 13 | 55 | 52 | 55 | 36 | 23 | 81 | 26 | |
2017 | 38 | 62 | 40 | 51 | 60 | 33 | 55 | 25 | 28 | 65 | 23 | |
2018 | 63 | 92 | 81 | 23 | 70 | 30 | 49 | 35 | 19 | 72 | 29 | |
2019 | 50 | 73 | 43 | 44 | 62 | 33 | 41 | 41 | 37 | 109 | 26 | |
2020 | 37 | 87 | 49 | 30 | 69 | 38 | 53 | 49 | 44 | 61 | 32 | |
Aantal gehonoreerde wrakingsverzoeken | ||||||||||||
2016 | 5 | 4 | 2 | 2 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 2 | 0 | |
2017 | 2 | 1 | 0 | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 | 2 | 1 | 1 | |
2018 | 2 | 1 | 3 | 2 | 1 | 1 | 0 | 0 | 1 | 4 | 0 | |
2019 | 3 | 5 | 0 | 1 | 0 | 0 | 2 | 1 | 2 | 0 | 2 | |
2020 | 0 | 1 | 1 | 0 | 0 | 3 | 2 | 1 | 1 | 1 | 0 | |
Aantal ingediende en gehonoreerde wrakingsverzoeken gerechtshoven en colleges | ||||||||||||
Amsterdam | Arnhem- Leeuwarden | Den Haag | 's-Hertogenbosch | CRvB | CBb | |||||||
Aantal ingediende wrakingsverzoeken | ||||||||||||
2016 | 25 | 47 | 7 | 9 | 16 | 0 | ||||||
2017 | 18 | 52 | 20 | 17 | 18 | 2 | ||||||
2018 | 20 | 108 | 28 | 12 | 18 | 1 | ||||||
2019 | 16 | 50 | 26 | 20 | 20 | 1 | ||||||
2020 | 23 | 42 | 15 | 31 | 12 | 3 | ||||||
Aantal gehonoreerde wrakingsverzoeken | ||||||||||||
2016 | 0 | 5 | 2 | 0 | 1 | 0 | ||||||
2017 | 1 | 3 | 2 | 0 | 0 | 0 | ||||||
2018 | 0 | 4 | 1 | 0 | 0 | 0 | ||||||
2019 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||||
2020 | 2 | 2 | 1 | 2 | 0 | 0 |
Het personeel van de Rechtspraak bestaat uit rechterlijke ambtenaren (rechters en raadsheren) en gerechtsambtenaren (juridische ondersteuning, administratie, bedrijfsvoering). Zij zijn het kapitaal van de organisatie. De Rechtspraak vindt het belangrijk dat de juiste mensen op het juiste moment de juiste functie vervullen. Onderstaand wordt ingegaan op de samenstelling van het personeelsbestand, diversiteit, ziekteverzuim en integriteit.
In de onderstaande tabellen wordt de samenstelling van het personeelsbestand weergegeven. Daaruit blijkt dat de koers die is ingezet om het personeelsbestand van de Rechtspraak te versterken zijn vruchten heeft afgeworpen. In de afgelopen 5 jaar is het aantal rechterlijke ambtenaren en gerechtsambtenaren toegenomen, met respectievelijk circa 200 fte en 600 fte. Deze capaciteit is nodig om te werken conform de professionele standaarden, het verlagen van de werkdruk en het beantwoorden van de vervangingsvraag die ontstaat vanwege van natuurlijk verloop. Overigens wordt de groei van het aantal gerechtsambtenaren voor een deel veroorzaakt doordat de voormalige op oproepbasis beschikbare buitengriffiers vanwege de Wnra een dienstverband bij de Rechtspraak hebben gekregen (255 in aantallen; 54,4 fte).
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
aantal | fte | aantal | fte | aantal | fte | aantal | fte | aantal | fte | |
Rechterlijke ambtenaren | 2.328 | 2.148 | 2.497 | 2.315 | 2.489 | 2.303 | 2.488 | 2.305 | 2.562 | 2.372 |
% totaal | 22% | 22% | 23% | 23% | 23% | 23% | 23% | 23% | 22% | 23% |
Gerechtsambtenaren direct | 5.584 | 4.950 | 5.741 | 5.096 | 5.738 | 5.099 | 5.831 | 5.188 | 6.268 | 5.485 |
% totaal | 53% | 52% | 52% | 51% | 52% | 51% | 53% | 52% | 54% | 52% |
Gerechtsambtenaren indirect | 1.838 | 1.688 | 1.895 | 1.738 | 1.867 | 1.711 | 1.853 | 1.701 | 1.899 | 1.743 |
% totaal | 17% | 18% | 17% | 17% | 17% | 17% | 17% | 17% | 16% | 17% |
Landelijke diensten | 832 | 780 | 852 | 803 | 855 | 801 | 870 | 816 | 934 | 876 |
% totaal | 8% | 8% | 8% | 8% | 8% | 8% | 8% | 8% | 8% | 8% |
Totaal aantal medewerkers | 10.582 | 9.566 | 10.985 | 9.952 | 10.949 | 9.914 | 11.042 | 10.010 | 11.663 | 10.476 |
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Instroom | Uitstroom | Instroom | Uitstroom | Instroom | Uitstroom | Instroom | Uitstroom | Instroom | Uitstroom | |
Rechterlijke ambtenaren | 20 | 72 | 208 | 66 | 72 | 86 | 93 | 99 | 154 | 92 |
Gerechtsambtenaren | 906 | 835 | 1.194 | 864 | 1.067 | 1.063 | 1.147 | 1.038 | 1.533 | 895 |
Van werk, naar werk
In het kader van de digitalisering van de Rechtspraak hebben in 2016 ongeveer 800 medewerkers te horen gekregen dat hun werkzaamheden op den duur komen te vervallen. De Rechtspraak begeleidt hen zo zorgvuldig en zo goed mogelijk en conform het van werk naar werk (VWNW)-beleid naar nieuw werk binnen of buiten de Rechtspraak.
Voortgang VWNW kandidaten | 2019 | 2020 |
---|---|---|
aantal op 1 januari | 298 | 72 |
instroom | 0 | 4 |
uitstroom | 226 | 67 |
VWNW kandidaten einde jaar | 72 | 9 |
Rechters en raadsheren in opleiding (rio’s)
Zoals vermeld, zet de Rechtspraak in op het versterken van de capaciteit.
Een nieuwe rechter is echter niet direct volledig inzetbaar; hij of zij zal eerst
de opleiding tot rechter moeten doorlopen. Onderstaande tabel geeft weer hoeveel rechters en raadsheren momenteel in opleiding zijn. Deze rio’s zullen naar verwachting de komende jaren instromen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen rio’s met beperkte werkervaring (tussen minimaal 2 en maximaal 6 jaar werkervaring) en rio’s met 6 of meer jaar werkervaring. De eerste categorie volgt een opleiding van 4 jaar, de laatste categorie volgt een op maat gemaakte opleiding afhankelijk van de voorervaring, variërend van minder dan 1 jaar tot en met 3 jaar.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|---|
Rio's met een opleiding t/m 3 jaar | 56 | 111 | 124 | 119 | 146 |
Rio's met een opleiding van 4 jaar | 54 | 76 | 74 | 73 | 69 |
Aantal rio's in dienst eind jaar | 110 | 187 | 198 | 192 | 215 |
In onderstaande figuren volgen een aantal overzichten van de leeftijdsopbouw, man-vrouwverhouding, het aandeel medewerkers met een westerse of niet- westerse migratieachtergrond en de invulling van de Participatiewet binnen de Rechtspraak. De volgende zaken vallen op:
Leeftijdsopbouw en man-vrouwverhouding:
• Zoals ook de afgelopen jaren gold, zijn er meer vrouwelijke dan mannelijke rechters. Vanaf 60 jaar zijn mannen echter in de meerderheid;
• Sinds 2019 zijn er ook meer vrouwelijke raadsheren dan mannelijke. Dit is een trendbreuk ten opzichte van voorgaande jaren, waar mannelijke raadsheren steevast in de meerderheid waren;
• Gerechtsambtenaren zijn over het algemeen jonger dan rechterlijke
ambtenaren. Ook onder gerechtsambtenaren zijn vrouwen in de
meerderheid;
• Bij de rechtbanken waren in 2020 meer vrouwelijke dan mannelijke
presidenten (7 om 4). Bij de gerechtshoven en bijzondere colleges zien
we dat er meer mannelijke dan vrouwelijke presidenten zijn (4 om 1).
Aantal 31-12- 2016 | Aantal 31-12- 2017 | Aantal 31-12- 2018 | Aantal 31-12- 2019 | Aantal 31-12- 2020 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
mannen | vrouwen | totaal | mannen | vrouwen | totaal | mannen | vrouwen | totaal | mannen | vrouwen | totaal | mannen | vrouwen | totaal | |
President (voorzitter van bestuur) | 10 | 6 | 16 | 10 | 7 | 17 | 9 | 7 | 16 | 9 | 8 | 17 | 9 | 7 | 16 |
Bestuurder/team- of afdelingsvoorzitter | 88 | 99 | 187 | 76 | 95 | 171 | 70 | 93 | 163 | 71 | 85 | 156 | 73 | 91 | 164 |
Raadsheer/senior raadsheer | 266 | 223 | 489 | 268 | 252 | 520 | 267 | 264 | 531 | 257 | 282 | 539 | 267 | 284 | 551 |
Rechter/senior rechter (a) | 601 | 943 | 1544 | 583 | 965 | 1548 | 570 | 976 | 1546 | 574 | 992 | 1566 | 583 | 998 | 1581 |
Overige rechterlijke ambtenaren | 23 | 72 | 95 | 77 | 167 | 244 | 70 | 163 | 233 | 68 | 142 | 210 | 81 | 177 | 258 |
Totaal | 988 | 1343 | 2331 | 1014 | 1486 | 2500 | 986 | 1503 | 2489 | 979 | 1509 | 2488 | 1013 | 1557 | 2570 |
Rechterlijke ambtenaren[1] | Gerechtsambtenaren[2] | |
---|---|---|
Nederlandse achtergrond | 87% | 81% |
Westerse migratieachtergrond | 10% | 8% |
Niet-westerse migratieachtergrond | 3% | 11% |
[1] Bron: CBS, 2020 | ||
[2] Bron: Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk, 2019 |
Het aandeel medewerkers met een migratieachtergrond is bij gerechtsambtenaren hoger dan bij rechterlijk ambtenaren. Er is echter een groter aandeel medewerkers met een westerse migratieachtergrond onder rechterlijk ambtenaren dan onder gerechtsambtenaren. Onder gerechtsambtenaren is het aandeel medewerkers niet een niet-westerse migratieachtergrond hoger.
Banenafspraak voor mensen met een arbeidsbeperking
De Rechtspraak hecht grote waarde aan maatschappelijk verantwoord werkgeverschap en probeert in het kader van de Participatiewet waar mogelijk mensen aan te stellen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In onderstaande tabel wordt weergegeven hoeveel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt bij de Rechtspraak werkzaam waren. Daaruit blijkt dat de Rechtspraak beter in staat is om aan het rijksbrede quotum te voldoen. De Rechtspraak heeft in 2020 141 banen gerealiseerd voor mensen met een arbeidsbeperking (tegenover 116 banen in 2019). Dit is 42 procent van de opdracht (2019: 39 procent). Omdat het quotum nog niet volledig behaald wordt, blijft het vergroten van het aantal mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aandacht krijgen.
Aantal arbeidsbeperkten met een aanstelling of anderszins | Quotum 2018 | Bezetting 2018 | Behaald % t.o.v. quotum | Quotum 2019 | Bezetting 2019 | Behaald % t.o.v. quotum | Quotum 2020 | Bezetting 2020 | Behaald % t.o.v. quotum |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Fta's (1 fta=25,5 uur) | 261 | 93 | 36% | 298 | 116 | 39% | 332 | 141 | 42% |
Verzuimpercentage in jaar | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
mannen | vrouwen | totaal | mannen | vrouwen | totaal | mannen | vrouwen | totaal | mannen | vrouwen | totaal | mannen | vrouwen | totaal | |
Rechterlijke ambtenaren en Gerechtsambtenaren* | 4,5% | 5,4% | 5,1% | 4,2% | 5,7% | 5,2% | 4,3% | 6,2% | 5,5% | 4,3% | 6,2% | 5,5% | 4,5% | 6,0% | 5,5% |
Landelijke diensten** | 3,7% | 6,9% | 5,0% | 3,5% | 5,8% | 4,4% | 3,4% | 6,4% | 4,6% | 2,9% | 5,5% | 4,0% | 3,0% | 4,5% | 3,6% |
Totaal | 4,4% | 5,5% | 5,1% | 4,1% | 5,6% | 5,0% | 4,2% | 6,2% | 5,5% | 4,1% | 6,2% | 5,4% | 4,2% | 5,9% | 5,3% |
*Alle directe en indirecte ambtenaren (RA en GA) bij de gerechten. | |||||||||||||||
**Rvdr, SSR, IVO Rechtspraak (voorheen Spir-it) en LDCR. |
Integriteit is een zeer belangrijke pijler van de kwaliteit van de Rechtspraak. De Rechtspraak neemt dit serieus en heeft daarom onderstaande disciplinaire maatregelen genomen. De grondslag voor de maatregelen die zijn genomen ligt voor rechterlijk ambtenaren in wet- en regelgeving en voor gerechtsambtenaren in wet- en regelgeving en tevens in de CAO Rijk.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|---|
Disciplinaire maatregel rechters en raadsheren waarvan: | 1 | - | 1 | 3 | 2 |
Schriftelijke berisping in verband met de verwaarlozing van de waardigheid van het ambt, ambtsbezigheden of ambtsplichten | 1 | - | 1 | 2 | - |
Ontslag op eigen verzoek, al dan niet op aandringen van het bestuur, ivm een gecombineerde integriteitskwestie in de werk- en privésfeer | - | - | - | 1 | 2 |
Disciplinaire maatregel rechters- en raadsheren plaatsvervangers waarvan: | - | - | 2 | 1 | 1 |
Schriftelijke berisping in verband met de verwaarlozing van de waardigheid van het ambt, ambtsbezigheden of ambtsplichten | - | - | 1 | - | 0 |
Ontslag op eigen verzoek, al dan niet op aandringen van het bestuur, in verband met een werkgerelateerde integriteitskwestie | - | - | 1 | 1 | 0 |
Ontslag na handelen of nalaten waardoor ernstig nadeel is toegebracht aan de goede gang van zaken bij de rechtspraak of het in haar te stellen vertrouwen | - | - | - | - | 1 |
Disciplinaire maatregel rechters- en raadsheren in opleiding waarvan: | - | 1 | - | - | - |
Schriftelijke berisping in verband met de verwaarlozing van de waardigheid van het ambt, ambtsbezigheden of ambtsplichten | - | 1 | - | - | - |
Disciplinaire maatregel gerechtsambtenaren waarvan: | 24 | 38 | 17 | 23 | 17 |
Voorwaardelijke schriftelijke berisping | 1 | 2 | - | - | - |
Schriftelijke berisping | 17 | 25 | 5 | 15 | 8 |
Overplaatsing | - | - | 1 | 1 | 1 |
Schorsing met inhouding van bezoldiging | - | - | 2 | 0 | - |
Schorsing | - | - | - | 1 | - |
Voorwaardelijk strafontslag | 3 | 6 | 1 | 2 | - |
Beëindiging dienstverband | 3 | 5 | 4 | 2 | 8 |
Financiële afdoening | - | - | 4 | 2 | - |
De Raad voor de rechtspraak kiest voor transparantie ten aanzien van de bezoldiging van bestuurders door middel van het hieronder opgenomen overzicht. De bezoldiging is gebaseerd op de bezoldigingsbegrippen van de Wet normering topinkomens (WNT). Als bestuurders zijn gedefinieerd: de leden van de Raad, de leden van de gerechtsbesturen, de voorzitter van het College van Bestuur SSR, de directeuren van de landelijke diensten (IVO en het LDCR) en de directeur van het bureau van de Raad. Het beleid van de Raad is om geen bezoldigingen boven de algemene wettelijke WNT-norm toe te kennen (2020: 201.000 euro).
Naam orgaan of instelling waar functie wordt bekleed | Functie(s) | Naam | Beloning | Belastbare vaste en variabele onkosten-vergoeding | Werkgeversdeel van voorzien-ingen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn | Bezoldiging | Datum aanvang dienstverband in het boekjaar (indien van toepassing) | Datum einde dienstverband in het boekjaar (indien van toepassing) | Omvang dienst-verband | Dienstbetrekking | Persoonlijke norm | Ontslag-vergoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Raad voor de rechtspraak | Voorzitter | mr. H. Naves | 174.270 | - | 22.490 | 196.759 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,06 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Raad voor de rechtspraak | Lid | mr. A.A.E. Dorsman | 161.951 | - | 21.771 | 183.722 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,06 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Raad voor de rechtspraak | Lid | mr. H. Rappa-Velt | 161.896 | 19 | 21.522 | 183.438 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Raad voor de rechtspraak | Lid | drs. P. Arnoldus | 161.896 | - | 21.522 | 183.418 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
College van Beroep voor het bedrijfsleven | Voorzitter | mr.drs. T.G.M. Simons | 171.430 | 682 | 22.057 | 194.170 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,11 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
College van Beroep voor het bedrijfsleven | Rechterlijk lid | mr. R.W.L. Koopmans | 147.250 | 150 | 21.224 | 168.624 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
College van Beroep voor het bedrijfsleven / Gerechtshof Den Haag | Niet-rechterlijk lid | H.J. van der Brugge MBA MCC | 117.764 | 7 | 20.288 | 138.059 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Centrale Raad van Beroep | Voorzitter | mr. T. Avedissian | 171.430 | - | 22.057 | 193.487 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,11 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Centrale Raad van Beroep | Rechterlijk lid | mw.mr.drs. J.C. Boeree | 116.466 | 3 | 16.870 | 133.339 | 24-2-2020 | 31-12-2020 | 0,97 | ja | 166.209 | n.v.t. | |
Centrale Raad van Beroep / Gerechtshof Amsterdam | Niet-rechterlijk lid | drs. W. Wijbrands | 122.818 | - | 20.239 | 143.058 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Gerechtshof Amsterdam / Rechtbank Noord-Nederland | Voorzitter / wnd. Voorzitter | mr. H.Th. van der Meer | 147.766 | - | 21.523 | 169.289 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Gerechtshof Amsterdam | Rechterlijk lid | mr. W.F. Groos | 140.587 | - | 21.445 | 162.031 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Voorzitter / Rechterlijk lid | mr. Z.J. Oosting | 142.303 | - | 21.121 | 163.424 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden / Gerechtshof 's-Hertogenbosch | Niet-rechterlijk lid | dr. P.M.L.O. Scholte MPA | 136.465 | - | 20.631 | 157.095 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,11 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Gerechtshof Den Haag | Voorzitter | mr. M.W. Koek | 161.702 | - | 21.768 | 183.469 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,05 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Gerechtshof Den Haag | Rechterlijk lid | mr. A. de Lange MPA | 152.019 | - | 21.610 | 173.629 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,11 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Gerechtshof 's-Hertogenbosch | Voorzitter | mr. R.C.A.M. Philippart | 162.993 | 1.227 | 21.788 | 186.009 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,06 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Gerechtshof 's-Hertogenbosch / Rechtbank Rotterdam | Rechterlijk lid | mr. J.B. van den Beld | 149.438 | - | 21.365 | 170.803 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,06 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Amsterdam | Voorzitter | mr. C.M. Wiertz - Wezenbeek | 154.287 | - | 21.450 | 175.737 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Amsterdam | Rechterlijk lid | mr. E. de Rooij | 141.573 | - | 21.121 | 162.693 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Amsterdam | Niet-rechterlijk lid | H.C.J. Janssen RA | 147.031 | 5 | 20.969 | 168.004 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Den Haag | Voorzitter | mr.dr. M.A. van de Laarschot | 158.573 | - | 21.656 | 180.229 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,03 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Den Haag | Rechterlijk lid | mr. J. Visser | 151.564 | - | 21.937 | 173.500 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,04 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Den Haag | Niet-rechterlijk lid | mr. M.V. Baas - van Vloten | 31.469 | - | 5.060 | 36.528 | 1-10-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 50.525 | n.v.t. | |
Rechtbank Den Haag | Niet-rechterlijk lid | drs. M.M. Leenders | 97.261 | 342 | 15.382 | 112.984 | 1-1-2020 | 30-9-2020 | 1 | ja | 150.337 | n.v.t. | |
Rechtbank Limburg | Voorzitter | mr. P.W.E.C. Pulles | 149.034 | - | 21.356 | 170.390 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Limburg | Rechterlijk lid | mr. M.M. Bijker-Veen | 134.647 | 13 | 20.901 | 155.560 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Limburg | Niet-rechterlijk lid | J.J.P.M. Gilissen | 104.492 | - | 17.978 | 122.470 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 0,89 | ja | 178.667 | n.v.t. | |
Rechtbank Midden-Nederland | Voorzitter | mr. J. Mendlik | 149.974 | 77 | 21.356 | 171.406 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Midden-Nederland | Rechterlijk lid | mr. G.F.H. Lycklama à Nijeholt | 135.388 | - | 20.901 | 156.289 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Midden-Nederland | Niet-rechterlijk lid | drs. E. Jonasse | 136.465 | - | 20.631 | 157.095 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,11 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Noord-Holland | Voorzitter | mr. E. de Greeve | 152.092 | - | 21.364 | 173.456 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Noord-Holland | Rechterlijk lid | mr.drs. J.W. Moors | 134.647 | - | 20.901 | 155.547 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Noord-Holland | Niet-rechterlijk lid | mr.drs. T.P. Voskuil | 76.725 | 16 | 11.798 | 88.539 | 1-6-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 117.296 | n.v.t. | |
Rechtbank Noord-Nederland / Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Voorzitter | mr. A.R. van der Winkel MPM | 171.012 | 132 | 22.057 | 193.201 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,11 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Noord-Nederland | Rechterlijk lid | mr. A.P. Ploeger | 151.737 | 1.659 | 21.366 | 174.761 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,11 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Noord-Nederland | Niet-rechterlijk lid | mr. M.P. de Wilde | 125.013 | 9 | 20.041 | 145.062 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,06 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Oost-Brabant | Voorzitter | mr. P.E.M. Messer - Dinnissen | 136.613 | 90 | 19.938 | 156.641 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 0,92 | ja | 184.250 | n.v.t. | |
Rechtbank Oost-Brabant | Rechterlijk lid | mr. A.M. Verhoef | 134.471 | 98 | 20.894 | 155.463 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Oost-Brabant | Niet-rechterlijk lid | dr.ir. R.E. Grift | 122.891 | 28 | 20.225 | 143.144 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Gelderland | Voorzitter | mr.drs. M.J. Blaisse | 157.949 | 155 | 21.656 | 179.761 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,06 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Gelderland | Rechterlijk lid | mr. R.C.C. van Leest | 156.283 | - | 21.534 | 177.817 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,11 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Gelderland | Niet-rechterlijk lid | drs. L. Civile | 133.053 | - | 20.533 | 153.586 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,08 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Overijssel | Voorzitter / rechterlijk lid | mr. H.J.H. van Meegen | 149.032 | - | 21.361 | 170.394 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Overijssel | Rechterlijk lid | mr. W.P.M. Elderman | 143.980 | - | 20.924 | 164.903 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Overijssel | Niet-rechterlijk lid | drs. M.F. van de Streek | 122.818 | - | 20.239 | 143.058 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Rotterdam | Voorzitter | mr. R.G. de Lange - Tegelaar | 162.859 | - | 21.790 | 184.649 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,06 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Rotterdam | Rechterlijk lid | mr.J.J. Willemsen | 66.211 | - | 10.099 | 76.310 | 1-7-2020 | 31-12-2020 | 1,01 | ja | 100.775 | n.v.t. | |
Rechtbank Rotterdam | Niet-rechterlijk lid | dhr. J.A.A. Rooijers | 133.885 | 1 | 20.565 | 154.451 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Zeeland-West-Brabant | Voorzitter | mr. A.J.R.M. Vermolen | 157.311 | - | 21.613 | 178.925 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,06 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Zeeland-West-Brabant | Niet-rechterlijk lid | mr. T van de Poll | 142.127 | - | 21.125 | 163.252 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,06 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Rechtbank Zeeland-West-Brabant | Niet-rechterlijk lid | mr. J.H. Willems | 136.465 | 232 | 20.631 | 157.327 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,11 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
Bureau raad voor de rechtspraak | Directeur | drs. O.F.J. Welling | 139.778 | 3.450 | 20.707 | 163.935 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
LDCR | Directeur | mr. L. van der Zwaard | 136.465 | 3.450 | 20.631 | 160.546 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,11 | ja | 201.000 | n.v.t. | |
IVO | Directeur/CIO | mr. drs. J.W. Duijzer | - | - | - | 161.760 | 1-1-2020 | 31-8-2020 | n.v.t. | nee | 148.200 | n.v.t. | * |
IVO | Directeur/CIO | mr. drs. J.W. Duijzer | 49.419 | - | 7.050 | 56.469 | 1-9-2020 | 31-12-2020 | 1,11 | ja | 67.000 | n.v.t. | |
SSR | Voorzitter College | mr. G. Tangenberg | 157.311 | 70 | 21.613 | 178.995 | 1-1-2020 | 31-12-2020 | 1,06 | ja | 201.000 | n.v.t. |
* Er is hier voor een deel van het jaar sprake van een detachering. De genoemde kosten zijn de feitelijke doorbelasting van kosten voor salaris, overhead en aanvullende kosten van het ministerie van Binnenlandse Zaken
aan de Rechtspraak. Deze doorbelasting is hoger geweest dan de geldende norm voor deze periode. Voor het deel van het jaar dat er sprake is van een daadwerkelijk dienstbetrekking met de Rechtspraak wordt de
persoonlijke norm niet overschreden.
In 2020 is de gewijzigde bekostigingssystematiek ingegaan, inclusief de herijkte prijzen en bijdragen. Hierbij is er een onderscheid gekomen tussen een variabele bijdrage op PxQ-basis en een vaste bijdrage. De kosten en baten zouden hierdoor weer in balans moeten zijn. De coronacrisis maakt het echter lastig om te zien of dit ook is gebeurd. De coronacrisis heeft invloed op zowel de instroom, de productie, als de kosten. Ten eerste daalde de instroom in de meeste rechtsgebieden. Daarnaast was het niet mogelijk om volledige productie te realiseren. Dit kwam o.a. door de sluiting van zittingszalen in de eerste periode van de ‘intelligente’ lockdown, maar later ook door de tot op heden geldende reis-, afstands- en hygiëneregels. Dit leidde uiteindelijk tot een grote hoeveelheid minderwerk van in totaal 62 miljoen euro en tot hogere kosten per zaak.
Verder waren er per saldo extra kosten door bijvoorbeeld personeel, uitgifte van meer IT-middelen, versnelde digitalisering, extra schoonmaak en thuiswerkvergoedingen. Er waren ook besparingen op reiskosten en cateringkosten bijvoorbeeld.
Voor 2021 gelden deels dezelfde beperkingen als hierboven beschreven, met dezelfde consequenties. Zo is de verwachting dat in de maanden dat de coronamaatregelen gelden de afdoening van zaken negatief wordt beïnvloed. Daarnaast zal ook de invloed op de kosten vergelijkbaar zijn. Het is verder de verwachting dat ingeboekte besparingen op vooral IT in de huidige situatie niet ingevuld kunnen worden. De vraag naar IT-middelen en adequate ondersteuning daarvan is toegenomen omdat het gros van de rechtspraakmedewerkers thuis of hybride werkt. Het is dan ook van belang dat de gemaakte afspraken met het ministerie van JenV voor 2020 over minderproductie en compensatie voor hogere kosten in 2021 worden voortgezet.
Als Rechtspraak staan we midden in de samenleving en zien we toe op de naleving van wet- en regelgeving. We vinden het belangrijk om onze maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en bij te dragen aan een duurzame wereld. Daarom sluiten we aan bij de duurzaamheidsdoelstellingen van de rijksoverheid. Om te weten waar we staan en om duurzaamheidsmaatregelen efficiënt te kunnen uitvoeren, heeft een extern adviesbureau in 2020 de ecologische voetafdruk van de Rechtspraak in beeld gebracht. Het blijkt dat de categorieën energie, vervoer, ICT, catering en papier verantwoordelijk zijn voor meer dan 90 procent van het milieueffect van de Rechtspraak.
De Rechtspraak kent op het terrein van privacy 2 toezichthouders: de Autoriteit Persoonsgegevens (bedrijfsvoering) en de procureur-generaal bij de Hoge Raad (rechterlijk domein). Meer dan de helft van alle datalekken is gerelateerd aan adresseringsfouten (bijvoorbeeld: een persoon woont niet meer op betreffende adres).
Gemeld bij Autoriteit Persoonsgegevens | 17 |
Gemeld bij PG Hoge Raad | 165 |
Gemeld bij beiden | 10 |
Klachtbehandeling binnen de Rechtspraak
Alle rechtbanken, gerechtshoven, het CBb en de CRvB (in totaal 17 gerechten), hebben een eigen klachtenregeling. Deze regelingen zijn gebaseerd op het gezamenlijk vastgestelde landelijke model voor de klachtenregeling van de Rechtspraak7, maar per gerecht kunnen er op details afwijkingen zijn. Op basis van de regeling kan iedereen die vindt dat een gerecht of Rechtspraakmedewerker hem of haar niet correct heeft behandeld, een klacht indienen.
Onderwerp | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|---|
Bejegening | 214 | 171 | 213 | 277 | 256 |
Rechterlijke beslissing | 703 | 697 | 779 | 735 | 747 |
Tijdsduur procedures | 348 | 290 | 338 | 309 | 305 |
Administratieve fout | 481 | 366 | 363 | 418 | 418 |
Overig | 679 | 643 | 705 | 777 | 793 |
Totaal | 2425 | 2167 | 2398 | 2516 | 2519 |
Toelichting op de klachten per categorie/onderwerp:
In de categorie ‘bejegening’ (10 procent) vallen klachten over alle medewerkers van het gerecht. Dat kan zijn bejegening door een rechter, medewerker of bode. Klachten over de manier waarop de rechter een zitting leidt of onvoldoende empathie toont, kunnen soms herleid worden naar partijdigheid van de rechter. Daarin heeft de wet apart voorzien, namelijk met het middel van wraking. De klagers worden daarop gewezen. Bij klachten over bejegening door rechters wordt in voorkomende gevallen advies gevraagd aan een klachtadviescommissie.
In de categorie ‘rechterlijke beslissingen’ (30 procent) vallen klachten over het rechterlijk domein die niet in het kader van de klachtenprocedure kunnen en mogen worden behandeld. Klachten hiertegen zijn niet-ontvankelijk op grond van artikel 2 van de klachtenregeling en worden niet inhoudelijk behandeld. Zoals hierboven genoemd zijn voor dergelijke klachten rechtsmiddelen zoals hoger beroep mogelijk. Meer dan een kwart van de klachten is hiertegen gericht.
In de categorie ‘tijdsduur procedure’ (12 procent) vallen klachten over de duur van de procedure van organisatorische aard. De meeste klachten gaan over het uitblijven van een zittingsdatum of de lange doorlooptijd van een procedure.
De categorie ‘administratieve fout’ (17 procent) omvat klachten die gaan over de administratieve verwerking van zaken. Hieronder valt bijvoorbeeld niet reageren op verzoeken of terugbellen, het zoekraken van stukken, het versturen van stukken naar derden, het niet ontvangen van stukken door
een rechtzoekende, foutieve doorzending en het niet goed verwerken in het administratief systeem.
In de categorie ‘overig’ (31 procent) worden klachten geregistreerd over verschillende onderwerpen die niet ondergebracht kunnen worden in de andere categorieën. Gedacht moet worden aan klachten die eigenlijk verzoeken bevatten, niet eens zijn met het publiceren van een uitspraak, klachten over informatie op de websites, de toegankelijkheid van het gebouw, filmen tijdens een zitting, klachten tegen de klachtenbehandelaars, ontbreken van deskundigheid bij de rechtbank, afgaan van het alarm in de nacht, geluidsoverlast afzuiginstallatie, et cetera. Ook klachten die onduidelijk zijn of bestemd zijn voor andere instanties, zoals het OM, de politie, de Orde van Advocaten of een ander gerecht. Het komt regelmatig voor dat klachten ingediend worden tegen de bewindvoerder. Daar is een aparte procedure voor. Al met al een grote diversiteit aan klachten.
Wijze van afdoening | Aantal | % van niet-inhoudelijk behandelde klachten | % van totaal | |
Niet inhoudelijk behandeld totaal | 1225 | 100% | 50% | |
Niet bevoegd (ex art. 2 klachtenregeling) | 245 | 20% | 10% | |
Niet-ontvankelijk (ex art. 2 KR) | 617 | 50% | 25% | |
Buiten behandeling gelaten (ex art. 7 KR) | 158 | 13% | 7% | |
Schikking of intrekking (informele afdoening) | 205 | 17% | 8% | |
Wijze van afdoening | Aantal | % van inhoudelijk behandelde klachten | % van totaal | |
Inhoudelijk behandeld totaal | 1221 | 100% | 50% | |
Ongegrond | 574 | 47% | 23% | |
Gegrond | 433 | 36% | 18% | |
Geen oordeel | 102 | 8% | 4% | |
Niet ontvankelijk | 112 | 9% | 5% | |
Totaal | 2446 | 100% | ||
Op dit moment nog in behandeling | 73 |
Meer over het wel of niet inhoudelijk behandelen van klachten.
Niet inhoudelijk behandelde klachten
De helft van de klachten is niet inhoudelijk behandeld, omdat ze bijvoorbeeld gaan over een rechtelijke beslissing of omdat een andere instantie bevoegd is. Hoewel een klacht over een rechterlijke beslissing in beginsel niet inhoudelijk behandeld wordt, komt het wel voor dat contact wordt opgenomen met de klager om telefonisch uitleg te geven en te informeren over eventuele alternatieve mogelijkheden (bijvoorbeeld het gebruik van rechtsmiddelen).
Achterliggende gedachte is dat deze behandeling klagers, ook bij niet-ontvankelijke klachten, meer voldoening geeft, omdat mensen weten dat de behandelde rechter op de hoogte is van hun klacht. Hetzelfde geldt voor andersoortige klachten die niet inhoudelijk zijn behandeld. De klachtenfunctionaris neemt regelmatig tóch contact op met de klager om uitleg te geven. Denk bijvoorbeeld aan klachten die bestemd zijn voor andere instanties, zoals een ander gerecht of het OM. Deze klachten worden doorgaans na overleg met de bevoegde instantie doorgezonden. Of klachten over bewindvoerders of curatoren. Deze worden overgedragen aan de betrokken rechter.
Verder zijn het klachten die zijn opgelost door bemiddeling van de klachtenfunctionaris. Als de klager hiermee tevreden is, wordt de klacht vaak niet meer formeel aan het gerechtsbestuur voorgelegd. Bij de wijze van afdoening wordt verwezen naar het betreffende artikel van de klachtenregeling. Dit is te vinden op www . rechtspraak .nl onder ‘de afdoening’. De afdoening schikking of intrekking (informele afdoening)’ is vaak na telefonisch contact met klager en klachtenbehandelaar.
Wel inhoudelijk behandelde klachten
Uit tabel 38 blijkt dat van de inhoudelijk behandelde klachten in 2020, 36 gegrond en 47 procent ongegrond was. Ongegrond omvat in deze context ook (niet) terecht of (on)juist. De overige inhoudelijk behandelde klachten zijn niet-ontvankelijk verklaard of is geen oordeel over gegeven. Dit laatste komt voor wanneer het onderzoek onvoldoende bewijs oplevert om op basis daarvan een klacht wel of niet gegrond te kunnen verklaren. Tabel 39 geeft inzicht in de ontwikkeling van gegrond en ongegrondverklaring van klachten over de afgelopen 5 jaar.
Jaar | Ongegrond* | Gegrond* |
---|---|---|
2020 | 47% | 36% |
2019 | 41% | 33% |
2018 | 44% | 45% |
2017 | 40% | 48% |
2016 | 46% | 42% |
*% van inhoudelijk totaal |
Van klachten kunnen en willen we leren.
Het systeem van klachtbehandeling is een belangrijk onderdeel van kwaliteitszorg van de Rechtspraak. Het klachtensysteem is een instrument voor de Rechtspraak om antwoord van de buitenwereld te krijgen. Van klachten kunnen en willen we leren. Zowel gegrond als ongegrond verklaarde klachten hebben bij de gerechten geleid tot het nemen van maatregelen. De oorzaken van klachten kunnen incidenteel zijn als gevolg van een individuele menselijke fout. In die gevallen wordt dit met de betreffende medewerker besproken en gekeken hoe deze fout in de toekomst voorkomen kan worden. Klachten met een meer structureel karakter worden vaak binnen de teams besproken, zodat het hele team op de hoogte is van de situatie en herhaling voorkomen kan worden. Incidentele klachten kunnen ook wijzen op een structureel probleem, zoals onderbezetting of werkprocessen die niet (meer) kloppen. Ook deze klachten worden breder opgepakt.
Toegepaste verbeteringen zijn onder meer: het aanpassen van de werkprocessen, zoals het plannen van de zaken voor een zitting en het toegangsbeleid. Medewerkers zijn (opnieuw) geïnformeerd over afgesproken procedures en werkafspraken met het OM zijn herzien. Ook is de communicatie aangepast door het versturen van ontvangstbevestigingen en aanpassing van de website (rechtspraak.nl).
Naast de weergave van de financiële gegevens van de Rechtspraak in 2020 in de jaarrekening, valt ook een kostenspecificatie te geven, waarbij de kosten worden opgesplitst naar kosten t.b.v. gerechten voor het primair proces, overhead en huisvestingsgerelateerde kosten en de overige uitgaven. Daarnaast wordt gespecificeerd wat de vaste kosten zijn geweest voor IT, huisvesting en opleidingen e.d. De primair proceskosten kunnen door vergelijking met aantallen afgehandelde zaken, worden omgerekend naar zogenaamde gerealiseerde productgroepprijzen en minutentarieven. De minutentarieven worden opgesplitst in tarieven voor rechterlijke ambtenaren en gerechtsambtenaren.
Gerealiseerde productiegerelateerde kosten | 599.576 | |
Overheadkosten en huisvestingsgerelateerde kosten gerechten | 177.548 | |
Gerechtskosten | 2.535 | |
Gerealiseerde centrale kosten | 255.901 | |
Huisvestingskosten gerechten | 95.749 | |
ICT | 110.584 | |
Opleidingen | 10.839 | |
LDCR | 12.950 | |
Bureau Raad | 16.972 | |
Overig | 8.807 | |
Overige kosten | 42.388 | |
Megazaken | 18.558 | |
Bijzondere kamers | 13.553 | |
CBb | 10.277 | |
Niet-BFR 2005 taken | 16.252 | |
Tuchtrecht | 4.299 | |
Commissies van Toezicht | 5.476 | |
Niet-wettelijke taken | 6.476 | |
Kosten ten laste van bijdragen derden (niet bijzondere kamers of tuchtrecht) | 36.427 |
Gerealiseerd | Afgesproken | Verschil | |
---|---|---|---|
Rechtbanken | |||
Handel | 1.234,99 | 964,77 | 270,22- |
Familie | 441,06 | 396,06 | 45,00- |
Bestuur (excl. VK) | 1.614,36 | 1.383,93 | 230,43- |
Straf | 861,31 | 768,40 | 92,91- |
Kanton | 118,13 | 110,49 | 7,64- |
Bestuur VK | 879,85 | 813,77 | 66,08- |
Belasting | 719,39 | 675,34 | 44,05- |
Gerechtshoven | |||
Civiel | 4.551,43 | 3.723,74 | 827,69- |
Familie | 3.070,37 | 2.982,25 | 88,12- |
Straf | 1.682,83 | 1.311,89 | 370,94- |
Belasting | 2.234,63 | 2.519,21 | 284,58 |
Bijzondere colleges | |||
Centrale Raad van Beroep | 3.559,49 | 2.734,52 | 824,97- |
Nagenoeg alle gerealiseerde productgroepprijzen liggen in 2020 boven
de afgesproken prijzen. De coronacrisis had invloed op zowel de instroom,
de productie, als de kosten. Ten eerste daalde de instroom in de meeste rechtsgebieden. Daarnaast was het niet mogelijk om volledige productie
te realiseren. Dit kwam o.a. door de sluiting van zittingszalen in de eerste periode, maar later ook door de tot op heden geldende reis-, afstands-
en hygiëneregels. Dit leidde uiteindelijk tot een grote hoeveelheid aan
minderwerk en tot hogere kosten per zaak.
Rechterlijke ambtenaren | Gerechtsambtenaren | |
---|---|---|
Rechtbanken | ||
Handel | 1,63 | 2,23 |
Familie | 1,67 | 1,86 |
Bestuur (excl. VK) | 1,72 | 1,73 |
Straf | 1,99 | 1,89 |
Kanton | 1,59 | 2,56 |
Bestuur VK | 1,62 | 1,32 |
Belasting | 3,08 | 2,44 |
Gerechtshoven | ||
Handel | 1,75 | 2,53 |
Familie | 1,46 | 1,56 |
Straf | 2,06 | 2,11 |
Belasting | 1,76 | 1,49 |
Bijzondere colleges | ||
Centrale Raad van Beroep | 2,76 | 0,95 |